H3 opname, werking, omzetting en uitscheiding Flashcards

1
Q

hoe wordt toediening in de wangzak genoemd?

A

buccaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vind in de slokdarm opnamen van het geneesmiddel plaats?

A

nee hier vindt geen opname plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer is de maag nuchter?

A

tenminste een halfuur voor of 2 uur na

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom heeft rectaal niet de voorkeur?

A

rectale toediening is minder betrouwbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat wordt er bedoeld met de bloedspiegel?

A

de concentratie van het geneesmiddel in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat betekent biologische beschikbaarheid?

A

dit is de hoeveelheid geneesmiddel die in het bloed terechtkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe wordt de biologische beschikbaarheid berekend?

A

(hoeveelheid geneesmiddel in het bloed X 100%) / ingenomen hoeveelheid geneesmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

snel werkende toediening

A

parenteraal
sublinguaal
inhalatie van narcose gassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitscheidingswegen

A

nieren
lever
maag darm kanaal
longen
tranen, zweten,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoelang duurt het tot het geneesmiddel uit het bloed is?

A

ongeveer 5x de halfwaardetijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly