H21 Flashcards

1
Q

Welke ziekteverwekkers zijn er?

A

Bacteriën
Schimmels
Virussen
Protozoa

Parasieten-
Wormen
Luizen
Schurftmijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekend pathogeen?

A

Ziekteverwekkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn pyrogenen?

A

Koortsverwekkende afvalstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vorm hebben kokken?

A

Bolvormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vorm hebben bacillen

A

Staafvormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vorm hebben spirocheten?

A

Spiraalvormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Grampositief

A

Celwand neemt kleur op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gramnegatief

A

Gramkleuren worden niet opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly