H3 klimaatmodellen Flashcards

1
Q

DGVM

A

Dynamic Global Vegetation Models
(simpele versie heeft 2 type vegetatie: gras en boom)
(hoe meer warmte hoe meer neerslag hoe meer boom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

klimaat model (def + 3 stappen)

A

model gebaseerd op mathematische representatie van het klimaat systeem dat is afgeleid van fysische, biologische en chemische principes.
3 stappen:
- model ontwikkelen
- simulaties uitvoeren
-analyse van de resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klimaat model input

A

waarnemingen of simulaties
2 soorten
- randvoorwaarden (liggen vast)
- externe forcings (veroorzaken klimaat veranderingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

EBMs

A

Energie Balans Model (simpel. veranderingen in E opslag/straling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

EMiCs

A

Earth Model of intermediate Complexity
(meer details dan EBM, minder dan GCM
met geografie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

GCMs

A

General Circulation Model
(hoge resolutie, complex. bv ESM, ADGCM, AGCM)
(simulatie nog niet meer dan 100 jaar-te veel rekenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

RCMs

A

Regional Climate Model
(extra hoge resolutie over klein gebied)
(in combinatie met GCM resolutie gebruiken van GCM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

parameters voor atmosfeer model (5)

A

snelheid (x,y,z)
druk
temperatuur
vochtigheid
dichtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

parameters voor oceaan model (4)

A

snelheid (x, y, z)
dichtheid
temperatuur
saliniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

parameters voor zeeijs (4)

A

thermodynamische groei (of krimp)
large-scale dynamics
ijsdikte categorie
ijs + sneeuw transport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

parameters voor land opp (7)

A

regen
verdamping
soort grond
vegetatie type
sneeuw bedekking
runoff water
uitwisseling met diepere bodemlagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

land bucket model

A

super simpele voorstelling van watercirkel op land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

parameters biogeochemie zee (4)

A

transport flow
verdeling
aanwezige bronnen
deel dat zinkt (door sterfte van beestjes die iets hebben opgenomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

model verificatie

A

het algetirme van het model werkt goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

model validatie

A

het algeritme van het model voorspeldt goed genoeg
nooit klaar, niet alle casussen, steeds nieuwe waarnemingen,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

model kalibratie

A

parameters aanpassen in het model zodat de voorspellingen beter passen bij de observaties
Mag alleen als de parameter niet goed bekent is.
niet voor maskeren model verschillen

17
Q

standaard model testen (3)

A

voor model vergelijking
- klimaat van de laatse 50-150 jaar
- paleoklimaat berekening
- test case (2X CO2, waterhoos)

18
Q

MIP

A

Model Inter-comparison Project
bv CMIP5 (bedoelt om je model te testen en te vergelijken met anderen. data vrij online)

19
Q

Parameterisaties worden in modellen ingevoerd
om (3)

A

1 een eenvoudiger voorstelling van sommige processen te hebben.
2 omdat veel processen nog onvoldoende bekend zijn om hun gedetailleerde weergave in modellen op te nemen.
3 omdat de resolutie van het numerieke rooster te grof is om kleinschalige processen expliciet weer te geven.

20
Q

tweede wet van Newton

A

F =m*a

21
Q

eerste wet van thermodynamica

A

wet van behoud van E

22
Q

toestandsvergelijking

A

equation of state: beschrijving van thermodynamisch systeem
bv algemene gaswet: pV=nRT

23
Q

warmtegeleiding in ijsmodellen is horizontaal/verticaal

A

verticaal.
horizontaal is klein en kan worden genegeerd.

24
Q

Correctie van modelvertekeningen kan worden toegepast:

A

op fouten in de gemiddelde toestand en de interjaarlijkse variabiliteit.

25
Q

gegevensassimulatie

A

toevoegen van term x die evenredig is met het verschil tussen model en waarneming.
kan ook indirect voor sommige niet waargenomen variabelen