H1 beschrijving klimaat systeem Flashcards

1
Q

klimaat

A

gemiddelde toestand vh weer over periode van minimaal 30 jaar
(Niet alleen seizoenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

advectie

A

aanvoeren of toestromen van lucht. bv advectieve mist is mist die elders is ontstaan en door de wind is meegevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zwart straler

A

object dat alle EM straling die er op valt absordeed en daardoor warmer wordt dan zijn omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

EM straling geabsorbeerd door de aarde (%)

A

70%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stralingsforcering dQ

A

verschil tussen invallende Ezon en uitgaande Eaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

broeikasgassen

A

O3, O2, CH4, N2O, CO2, H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

onnatuurlijke broeikas gassen

A

SF4 (zwavelhexafluoride), Cl halogenen absorberen IR-straling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

atmosfeer

A

gasmengsel dat door de zwaarte kracht aan de aarde is gebonden en mee draaid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lithosfeer

A

buitenste deel van de vaste aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

biosfeer

A

gebied op de aarde waar leven mogelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

cryosfeer

A

gebied waar H2O voorkomt als ijs (permafrost, glatsjers, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

atmosfeer bestaat uit (5, van beneden naar boven)

A

troposfeer, stratosfeer, mesosfeer, thermosfeer, exosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

albedo

A

witheid, verhouding tussen opvallende EM en weerkaatste EM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

paleo-klimaat

A

bestudering van klimaat(geschiedenis) aan de hand van vondsten/materiaal uit de bodem/ijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geo-systeem (4)

A

E-atmosfeer systeem; water-weer-klimaat; aarde-lucht systeem; grond-biosfeer systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

negatieve feedback

A

zorgt voor stabilisatie
boomwortels houden grond bijeen

17
Q

positieve feedback

A

bevorderd verandering
houtkap–>wortels weg–>grond los

18
Q

klimaat onderdelen (4)

A

lucht circulatie
temperatuur
neerslag/lucht vochtigheid
oceaan circulatie

19
Q

adiabatisch proces

A

geen warmte uitwisseling met omgeving
stijgende lucht koelt niet af door dat uitzetten E kost wanneer de druk minder wordt

20
Q

Hydrosfeer

A

Water op aarde

21
Q

Temperatuur afname in troposfeer
Laagste 10 km van atmosfeer
K/km

A

6,5 K/km
65 K per 10 km

22
Q

stabiliteit van een lucht kolom hangt af van

A

dichtheid en dus temperatuur.
kolom stabiel als temperatuur adiabatic lapse rate volgt

23
Q

meer regen rond evenaar omdat:

A

de lucht daar stijgt (meeste opwarming) het vocht mee neemt. dan koelt het af en gaat het regenen.

24
Q

oceaan circulatie wordt beïnvloed door:

A

wind: oppervlak
dichtheid (zoutgehalte/silaniteit): diepe circulatie + oppervlak + bodem

25
Q

thermohaline circulatie

A

oceaan stroming door dichtheid. (beïnvloed door temperatuur en zoetwater flux)

26
Q

component cryosfeer dat in de winter het meest toeneemt

A

sneeuw op de continenten