H3 Flashcards

1
Q

Buying journey

A

de reis die de koper doormaakt in het proces van het aankopen van jouw
product of dienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een klant’s buying journey?

A

Bewust worden behoefte → specificeren behoefte → leveranciers zoeken → offerte
aanvraag → beoordeling offertes → aankoop doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vaardigheden zoeken inkopers bij verkopers?

A

Diepgaande kennis van de klantorganisatie
- Diepgaande kennis van de producten en diensten die verkocht worden
- Proactief meedenken en in staat zijn om nieuwe inzichten te bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Inhoud marketing=

A

je doet als bedrijf moeite om gevonden te worden door potentiele
klanten uit je doelgroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

SEO=

A

Search Engine Optimisation = heeft betrekking op het optimaliseren van een website
om de vindbaarheid van de website op relevante zoekwoorden te verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

SEA=

A

Search Engine Advertising = heeft betrekking op het inkopen van advertentieruimte
naast en boven de natuurlijke zoekresultaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is contentmarketing?

A

het delen van kennis en informatie via het juiste kanaal en voor het
juiste publiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke manieren van content marketing zijn er?

A

Vaak gebeurt dit in de vorm van een blog of een White paper.
- White paper = heeft een objectief karakter en er wordt een specifiek probleem voor
een specifieke doelgroep in behandeld.
- Infographic = een grafische weergave van informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

RSS=

A

Really Simple Syndication = een simpele manier om automatisch op de hoogte te
blijven van nieuws op je favoriete sites.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Webinar=

A

contentmarketing in de vorm van one-to-many communicatie. Degene die het
organiseert presenteert vanaf 1 plek aan online kijkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen push en pull marketing?

A

Pullmarketing = hierbij bepalen potentiele klanten zelf of ze een whitepaper of infographic
downloaden, een filmpje kijken of een webinar bijwonen → jij als verkoper probeert het
aanbod zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Pushmarketing = het initiatief ligt in eerste instantie niet bij de potentiele klanten, maar bij
de organisatie die hen graag als klant wil binnenhalen en binnenhouden. Een voorbeeld
hiervan is e-mail marketing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voordelen van email marketing?

A

Goedkoop
- Snel
- Hoge attentiewaarde
- Goed meetbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de nadelen van email marketing?

A

Opt in = ontvangers geven vooraf toestemming voor het ontvangen van emails.
o Dubbele opt in = betekend dat de opt in elektronisch is bevestigd.
o Opt out = ontvangers hebben geen toestemming gegeven, maar hebben wel
de mogelijkheid aan te geven of ze het willen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Social selling=

A

Social selling = hierbij maakt een bedrijf bewust gebruik van social-mediaplatforms in de
interactie met potentiele klanten.
- Doel = om de perceptie van de (potentiele) klant over jouw bedrijf positief te
beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke kenmerken zijn er van bedrijven die social selling inzetten?

A

social miners, social surfers, social spammer en social champions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Social miners=

A

= wel actief op social media, maar delen zelf weinig tot niks.
- Ontwikkelingsstrategie: Expanding, Door middel van expanding kunnen ze ervoor
kiezen hun social selling activiteiten uit te breiden.

17
Q

Social surfers=

A

gebruiken wel social media platformen, maar deze bedrijven en verkopers
hebben social selling niet structureel verankerd in hun commerciële activiteiten.
- Social surfers zijn minder gestructureerd dan social miners.
- Ontwikkelingsstrategie: Upgrading, dit kan al vrij makkelijk door bijvoorbeeld tijd vrij
te maken voor social selling in combinatie met een goede training.

18
Q

Social spammers=

A

actief op social media, de delen veel en vaak content maar de structuur in
social selling ontbreekt.
- Risico op ‘overkill’ = het gevoel van een zekere moeheid of irritatie bij volgers. Ze
beïnvloeden de perceptie van het bedrijf negatief.
- Ontwikkelingsstrategie: Focusing, door meer structuur aan te brengen kunnen de
bestaande social selling activiteiten beter worden gefocust.

19
Q

Social champions=

A

personen en bedrijven die social selling structureel hebben verankerd in
hun commerciële activiteiten.
- Ontwikkelingsstrategie: innovating, door continu te innoveren blijven verkopers en
bedrijven waarde toevoegen aan hun netwerk.

20
Q

Welke stappen zijn er bij het social selling-canvamodel?

A

Choose,build en connect. Look en Listen, React, Share, Create, Structure , Integrade

21
Q

Kracht van de tweede graad=

A

= zicht op het netwerk van jouw netwerk.

22
Q

SSI=

A

SSI = Social Selling Index van LinkedIn. Deze SSI is een manier om jouw gebruik van LinkedIn
als een social selling tool te meten.

23
Q

Koude acquisitie=

A

een vorm van lead generation waarbij je potentiele klanten benaderd die
je nog niet kent (ongevraagd), met als doel ze tijdens dat eerste contact te interesseren in
jouw product of dienst, zodat ze hierover verder willen praten.

24
Q

cold canvassing=

A

een hele directe manier door middel van aanbellen bij bedrijven en
potentiele klanten.

25
Q

Direct mail=

A

hierbij stuur je de potentiele klant een fysieke brief of een ander soort fysieke
boodschap.
- Het is belangrijk dat de volgende factoren zijn geregeld:
o Personalisatie
o Relevantie
o Originaliteit
o Responsmogelijkheid

26
Q

Cold callng=

A

= hierbij wordt de potentiele klant onverwacht en ongevraagd opgebeld.
- Het is belangrijk dat er over een aantal dingen wordt nagedacht:
o ‘make-or-buy’ beslissing
o Elevator pitch
planning en wetgeving

27
Q

wat is een make or buy beslissing?

A

→ bellen we als bedrijf zelf of besteden we dit uit aan iemand
anders, bijvoorbeeld een bureau die hierin is gespecialiseerd.

28
Q

welke dagen zijn goed om te bellen?

A

Dinsdag en donderdag

29
Q

Wat houdt de theorie van sic degrees of seperation in?

A

deze theorie stelt dat iedereen op deze planeet
via maximaal vijf tussenpersonen en zes tussenstappen met elkaar verbonden is. Dit begrip
werd voor het eerst beschreven in 1929 door Frigyes Karinthy.

30
Q

Welke andere naam heeft de theorie van six degrees of seperation?

A

Small world problem

31
Q

Welke twee verschillende contacten zijn er?

A

Informele contacten = mensen uit je privé omgeving. → emotioneel karakter.
Formele contacten = mensen uit de zakelijke omgeving. → functioneel karakter.

32
Q

op welke criteria kan je je netwerk waardering toekennen?

A

Zakelijke gelaagdheid → hierbij kijk je naar de plaats van jouw contact in de organisatie
waarvoor hij of zij werkzaam is.
Frequentatieve gelaagdheid → hierbij maak je een inschatting van de sterkte van de relatie
met het betreffende netwerkcontact. Je kijkt hierbij bijvoorbeeld naar de kwantiteit: hoe
regelmatig of intensief is het contact met de relatie?