H3 Flashcards
we gaan voor de winst
afzet
het aantal verkochte producten
bedrijfskosten
kosten die je moet maken voor je bedrijf
BTW
belasting toegevoegde waarde, belasting op verkoop van goederen en diensten. Winkeliers moeten dit bij op de verkoopprijs tellen (omzetbelasting)
concurrenten
alle bedrijven die goederen of diensten aanbieden die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien
consumentenprijs
de prijs die je als klant uiteindelijk in de winkel betaalt, dus de prijs inclusief btw
formele sector
werk en productie die geregistreerd wordt door het CBS. Dit is alle productie door bedrijven en de overheid
inkoopwaarde
het totaalbedrag dat een bedrijf uitgeeft aan de inkoop van producten. dit is de inkoopprijs maal de afzet.
informele sector
werk en productie die niet worden geregistreerd door het CBS. Bijv. zelfvoorziening vrijwilligerswerk, zwart werk
omzet
verkoopopbrengst, de opbrengst die een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten.
produceren
het maken van goederen en het leveren van diensten
winst (of verlies)
het bedrag dat een bedrijf overhoudt (of tekortkomt) nadat de inkoopwaarde en alle bedrijfskosten van de omzet zijn afgehaald
afschrijving
de jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen
investeren
bedrijven besteden geld aan productiemiddelen, zoals kapitaalgoederen
kostprijs per product
alle kosten die je hebt voor het maken van één product
productiefactoren
alle middelen die je nodig hebt om te kunnen produceren, natuur, arbeid, kapitaat en ondernemerschap