H23-2 ongecontroleerd Flashcards
1
Q
zodanig dat; zodat
A
in modo che
2
Q
maar
A
ma
3
Q
terwijl
A
mentre
4
Q
of
A
o
5
Q
ofwel
A
oppure
6
Q
of…of
A
o…oppure
7
Q
omdat; waarom; opdat; zodat
A
perché
8
Q
echter; maar
A
però
9
Q
omdat; aangezien
A
poiché
10
Q
voordat
A
prima che
11
Q
wanneer; toen; als
A
quando
12
Q
als; indien
A
se
13
Q
zowel…als
A
sia..che
14
Q
mits; op voorwaarde dat
A
a patto che
15
Q
mits; als tenminste
A
purché