H04-2 Flashcards
genieten (van)
godere
hartstochtelijk
appassionato
waardering, de achting
la stima
hoogachtend
con la massima stima
waardering hebben voor
stimare
vervullen met
riempire di
vreugde; blijdschap
la gioia
emotie, ontroering, opwinding
l’emozione
vermijden
evitare
onverwacht, plotseling (optredend)
improvviso
gemoed, hart, geest, moed
l’animo
instinctief
istintivo
ontroerd raken
commuoversi
teleurstelling
la delusione
teleurgesteld; gedesillusioneerd
deluso
verwarring; chaos; drukte
la confusione
verward; warrig; onduidelijk
confuso
onverschillig
indifferente
zintuig; gevoel
il senso
buiten bewustzijn raken
perdere i sensi
ontroering, opschudding, onrust
la commozione
teweegbrengen
suscitare
veroorzaken; oproepen
provocare
onsympathiek; onaardig
antipatico
wrok; rancune
il risentimento
walging; afschuw
lo schifo
afschuw; afgrijzen
l’orrore (m)
haat
l’odio
spijt; wroeging; berouw
il rimorso
treurnis
la tristezza
schaamte; schande
la vergogna
verlegenheid; gêne
l’imbarazzo
pijnlijk; gênant
imbarazzante
spijt hebben van; berouwen
pentirsi di
jaloers
geloso
benijden
invidiare
ik walg gewoon van dat soort dingen
queste cose mi fanno proprio schifo