H21 La vie culturelle et religieuse (1 La vie Culturelle) deel 2 Flashcards
un piano
een piano
un violon
een viool
une guitare
een gitaar
une flûte
een fluit
un orgue
een orgel
une trompette
een trompet
un accordéon
een accordeon
un violoncelle
een cello
je chante juste
ik zing zuiver
instruments à cordes
snaarinstrumenten
instruments à vent
blaasinstrumenten
musicien
muzikaal
les notes de musique
de muzieknoten
jouer du piano
piano spelen
accorder le piano
de piano stemmen
sonnait faux
klonk vals
s’exercer
oefenen
au concert
naar een concert
compositions
composities
battre le mesure
de maat slaan
diriger
dirigeren
violonistes
violisten
applaudissements
applaus
un morceau
een stuk
la salle de concert
de concertzaal
composé
gecomponeerd
un musicien
een musicus
chef d’orchestre
dirigent
l’opéra
de opera
une voix
een stem
son auditoire
haar gehoor
l’air
de aria
atteint
bereikt
des cours de chant
zanglessen
grave
laag
accompagné
begeleid
donner le ton
de toon aangeven
un orchestre
een orkest
je les ai enregistrés
ik heb ze opgenomen
la cassette
de cassette
faire entendre
laten horen
un lecteur de cassettes
een cassetterecorder
cet air
die melodie
les cordes
de snaren
accords
akkoorden
ça m’endort
daar val ik van in slaap
CD
cd
lecteur de CD
cd-speler
le théâtre municipal
de stadsschouwburg
les pièces
de toneelstukken