H20 Vacances et loisirs (2 Loisirs) Flashcards
congés payés
betaalde vakantie
loisirs
vrije tijd
en dehors de
buiten
s’occuper
zich bezighouden
organiser
organiseren
rien de pire
niets ergers
le dimanche
’s zondags
faire du vélo
fietsen
faire du sport
sporten
marcher
lopen
faire un petit tour
een eindje lopen
sortir
uit te laten
prendre l’air
een luchtje scheppen
aller voir
op bezoek gaan bij
leurs invités
hun gasten
arranger
regelen
ont accuillis
verwelkomen
nous sommes les bienvenus
wij zijn welkom
spectacles de variétés
variétévoorstellingen
une soirée agréable
een fijne avond
au café du coin
in het café op de hoek
une partie
een partijtje
il passe des CD
hij draait cd’s
fréquenter
omgaan met
a des ennuis avec
heeft problemen met
un animal
een beest
une cage
een kooi
un gardien
een bewaker
un singe
een aap
un éléphant
een olifant
une girafe
een giraf
un lion
een leeuw
un tigre
een tijger
une panthère
een panter
un ours
een beer
un serpent
een slang
une cigogne
een ooievaar
un loup
een wolf
un renard
een vos
un aigle
een arend
un phoque
een zeehond
un chameau
een kameel
un âne
een ezel
une promenade en voiture
een autoritje
avons eu la visite de
kregen bezoek van
adore
is dol op
la société protectrice des animaux
de dierenbescherming
massif
massale
au zoo
naar de dierentuin
rusés
slim
nourrir
voeren
les petits
de jongen
se rouler par terre
over de grond rollen
les fauves
de wilde beesten
remplir de
vullen met
les ours blancs
de ijsberen
dévorer
opvreten
a l’état sauvage
in het wild
leur bec
hun snavel
affreux
afschuwelijk
ses ailes
zijn vleugels
mortelle
dodelijk
de derrière
van achter
glissaient
gleden
leur gueule
hun bek
leur peau
hun vel
brillait
glinsterde
un étang
een vijver
flottaient
dreven
immobiles
onbewegelijk
une patte
een poot
le théatre
het theater
la salle
de zaal
le public
het publiek
un acteur
een acteur
une actrice
een actrice
une pièce de théâtre
een toneelstuk
le scène
de scène