H20 Vacances et Loisirs (2 Loisirs) deel 2 Flashcards

1
Q

la musique

A

de muziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

le ton

A

de toon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

le son

A

de klank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

l’orchestre

A

het orkest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

le choeur

A

het zangkoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

un instrument

A

een instrument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

un violon

A

een viool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

une guitare

A

een gitaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

un piano

A

een piano

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

une flûte

A

een fluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

une trompette

A

een trompet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

la harpe

A

de harp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

un violoncelle

A

een cello

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

la mesure

A

de maat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

le rythme

A

het ritme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

un disque

A

een plaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

un CD

A

een cd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

musiciennes

A

muzikaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

jouent du violon

A

spelen viool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

conservatoire

A

conservatorium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

s’intéressent à

A

zich interesseren voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

au concert

A

naar het concert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

au programme

A

op het programma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

le concerto

A

het concert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
a exécuté
heeft uitgevoerd
26
chants
liederen
27
peindre
schilderen
28
un pinceau
een penseel
29
un tableau
een schilderij
30
une exposition
een tentoonstelling
31
un atelier
een atelier
32
une collection
een verzameling
33
une galerie
een galerie
34
la peinture
het schilderen
35
un peintre amateur
een amateurschilder
36
visiter
bezoeken
37
les chefs-d'oeuvre
de meesterwerken
38
a fait collection de
verzameld heeft
39
toiles rares
zeldzame doeken
40
toutes ses occupations
al haar bezigheden
41
rester au courant de
op de hoogte blijven van
42
amateurs d'art
kunstliefhebbers
43
a invité
heeft uitgenodigd
44
une fleur
een bloem
45
un plante
een plant
46
un arbre
een boom
47
un jardin
een tuin
48
une pelouse
een grasveld
49
l'herbe
het gras
50
la haie
de heg
51
le lys
de lelie
52
une rose
een roos
53
une tulipe
een tulp
54
un glaïeul
een gladiool
55
une marguerite
een margriet
56
un oeillet
een anjer
57
un narcisse
een narcis
58
un chrysanthème
een chrysant
59
est à la retraite
is met pensioen
60
sa distration
zijn ontspanning
61
il passe à
brengt hij door met
62
est en train de tailler
is bezig met snoeien
63
un tuyau d'arrosage
een tuinslang
64
arroser
besproeien
65
à la bibliothèque
naar de bibliotheek
66
un bouquin
een boek
67
cultiver
kweken
68
une serre
een kas
69
un marteau
een hamer
70
un clou
een spijker
71
une pince
een tang
72
une clé
een sleutel
73
une scie
een zaag
74
scier
zagen
75
un outil
een stuk gereedschap
76
réparer
repareren
77
une vis
een schroef
78
un tournevis
een schroevendraaier
79
visser
schroeven
80
la colle
de lijm
81
coller
lijmen
82
une brosse
een borstel
83
un magasin de bricolage
een doe-het-zelfwinkel
84
il a installé
hij heeft aangebracht
85
refaire
opknappen
86
pots de peinture
verfpotten
87
peindre en jaune
geel verven
88
adroit
handig
89
construire
bouwen
90
tenter leur chance
een gokje wagen
91
jeux de hasard
kansspelen
92
les chevaux de course
de renpaarden
93
une grosse somme
een flink bedrag
94
gagnants
winnaars
95
on perd son argent
is men z'n geld kwijt
96
jouent gros
grof spelen
97
des billets
loten
98
la loterie nationale
de staatsloterij
99
on tire au sort
er wordt geloot
100
ce tirage
deze trekking
101
se retire
zich terugtrekken
102
on doublera
wordt verdubbeld
103
ce qu'il fait de
wat hij doet met
104
soi-disant
zogenaamd
105
à tout prix
koste wat het koste
106
les appareils à sous
gokapparaten
107
rien d'attirant
niets aantrekkelijks
108
elle a pris des leçons de danse
zij is op dansles gegaan
109
aller danser
gaan dansen
110
écouter la radio
naar de radio luisteren
111
jeux de société
gezelsschapsspellen
112
séries
tv-series
113
ennuyeux
vervelend
114
aime la poésie
houdt van poëzie
115
poèmes
gedichten
116
au square
naar het plantsoen
117
au jardin public
naar het park
118
jouer aux billes
knikkeren
119
un programme pour enfants
een kinderprogramma
120
la fête foraine
de kermis
121
manèges
draaimolens
122
# FR - NL de muziek
la musique
123
# FR - NL de toon
le ton
124
# FR - NL de klank
le son
125
# FR - NL het orkest
l'orchestre
126
# FR - NL het zangkoor
le choeur
127
# FR - NL een instrument
un instrument
128
# FR - NL een viool
un violon
129
# FR - NL een gitaar
une guitare
130
# FR - NL een piano
un piano
131
# FR - NL een fluit
une flûte
132
# FR - NL een trompet
une trompette
133
# FR - NL de harp
la harpe
134
# FR - NL een cello
un violoncelle
135
# FR - NL de maat
la mesure
136
# FR - NL het ritme
le rythme
137
# FR - NL een plaat
un disque
138
# FR - NL een cd
un CD
139
# FR - NL muzikaal
musiciennes
140
# FR - NL spelen viool
jouent du violon
141
# FR - NL conservatorium
conservatoire
142
# FR - NL zich interesseren voor
s'intéressent à
143
# FR - NL naar het concert
au concert
144
# FR - NL op het programma
au programme
145
# FR - NL het concert
le concerto
146
# FR - NL heeft uitgevoerd
a exécuté
147
# FR - NL liederen
chants
148
# FR - NL schilderen
peindre
149
# FR - NL een penseel
un pinceau
150
# FR - NL een schilderij
un tableau
151
# FR - NL een tentoonstelling
une exposition
152
# FR - NL een atelier
un atelier
153
# FR - NL een verzameling
une collection
154
# FR - NL een galerie
une galerie
155
# FR - NL het schilderen
la peinture
156
# FR - NL een amateurschilder
un peintre amateur
157
# FR - NL bezoeken
visiter
158
# FR - NL de meesterwerken
les chefs-d'oeuvre
159
# FR - NL verzameld heeft
a fait collection de
160
# FR - NL zeldzame doeken
toiles rares
161
# FR - NL al haar bezigheden
toutes ses occupations
162
# FR - NL op de hoogte blijven van
rester au courant de
163
# FR - NL kunstliefhebbers
amateurs d'art
164
# FR - NL heeft uitgenodigd
a invité
165
# FR - NL een bloem
une fleur
166
# FR - NL een plant
un plante
167
# FR - NL een boom
un arbre
168
# FR - NL een tuin
un jardin
169
# FR - NL een grasveld
une pelouse
170
# FR - NL het gras
l'herbe
171
# FR - NL de heg
la haie
172
# FR - NL de lelie
le lys
173
# FR - NL een roos
une rose
174
# FR - NL een tulp
une tulipe
175
# FR - NL een gladiool
un glaïeul
176
# FR - NL een margriet
une marguerite
177
# FR - NL een anjer
un oeillet
178
# FR - NL een narcis
un narcisse
179
# FR - NL een chrysant
un chrysanthème
180
# FR - NL is met pensioen
est à la retraite
181
# FR - NL zijn ontspanning
sa distraction
182
# FR - NL brengt hij door met
il passe à
183
# FR - NL is bezig met snoeien
est en train de tailler
184
# FR - NL een tuinslang
un tuyau d'arrosage
185
# FR - NL besproeien
arroser
186
# FR - NL naar de bibliotheek
à la bibliothèque
187
# FR - NL een boek
un bouquin
188
# FR - NL kweken
cultiver
189
# FR - NL een kas
une serre
190
# FR - NL een hamer
un marteau
191
# FR - NL een spijker
un clou
192
# FR - NL een tang
une pince
193
# FR - NL een sleutel
une clé
194
# FR - NL een zaag
une scie
195
# FR - NL zagen
scier
196
# FR - NL een stuk gereedschap
un outil
197
# FR - NL repareren
réparer
198
# FR - NL een schroef
une vis
199
# FR - NL een schroevendraaier
un tournevis
200
# FR - NL schroeven
visser
201
# FR - NL de lijm
la colle
202
# FR - NL lijmen
coller
203
# FR - NL een borstel
une brosse
204
# FR - NL een doe-het-zelfwinkel
un magasin de bricolage
205
# FR - NL hij heeft aangebracht
il a installé
206
# FR - NL opknappen
refaire
207
# FR - NL verfpotten
pots de peinture
208
# FR - NL geel verven
peindre en jaune
209
# FR - NL handig
adroit
210
# FR - NL bouwen
construire
211
# FR - NL een gokje wagen
tenter leur chance
212
# FR - NL kansspelen
jeux de hasard
213
# FR - NL de renpaarden
les chevaux de course
214
# FR - NL een flink bedrag
une grosse somme
215
# FR - NL winnaars
gagnants
216
# FR - NL is men z'n geld kwijt
on perd son argent
217
# FR - NL grof spelen
jouent gros
218
# FR - NL loten
des billets
219
# FR - NL de staatsloterij
la loterie nationale
220
# FR - NL er wordt geloot
on tire au sort
221
# FR - NL deze trekking
ce tirage
222
# FR - NL zich terugtrekken
se retire
223
# FR - NL wordt verdubbeld
on doublera
224
# FR - NL wat hij doet met
ce qu'il fait de
225
# FR - NL zogenaamd
soi-disant
226
# FR - NL koste wat het koste
à tout prix
227
# FR - NL gokapparaten
les appareils à sous
228
# FR - NL niets aantrekkelijks
rien d'attirant
229
# FR - NL zij is op dansles gegaan
elle a pris des leçons de danse
230
# FR - NL gaan dansen
aller danser
231
# FR - NL naar de radio luisteren
écouter la radio
232
# FR - NL gezelsschapsspellen
jeux de société
233
# FR - NL tv-series
séries
234
# FR - NL vervelend
ennuyeux
235
# FR - NL houdt van poëzie
aime la poésie
236
# FR - NL gedichten
poèmes
237
# FR - NL naar het plantsoen
au square
238
# FR - NL naar het park
au jardin public
239
# FR - NL knikkeren
jouer aux billes
240
# FR - NL een kinderprogramma
un programme pour enfants
241
# FR - NL de kermis
la fête foraine
242
# FR - NL draaimolens
manèges