H21 Flashcards
Horowitz vijf fasen
outcry, ontkenning, herbeleving, doorwerken en voltooiing
PTSS
Wanneer iemand een of meer traumatische gebeurtenissen heeft meegemaakt, die gebeurtenis telkens herbeleeft, prikkels vermijd, minder reageert op de omgeving, en verschijnselen van negatieve cognities en stemming en een verhoogde prikkelbaarheid
traumatische gebeurtenis
het ervaren van, getuige zijn of geconfronteerd worden met een of meer gebeurtenissen waarbij sprake is van feitelijk of dreigend overlijden, ernstig letsel, of seksueel geweld
dissociatie
de gebruikelijke integratie van psychische functies is verstoord geraakt
mensen met een aanpassingsstoornis
vertonen sterke emotionele of gedragsmatige reacties op een of meerdere stressoren, bijvoorbeeld het verlaten van het ouderlijk huis, financiële problemen, een kind krijgen, een echtscheiding
dosis-effectrelatie
hoe langer een ingrijpende gebeurtenis duurt, hoe intenser die gebeurtenis is en hoe vaker die heeft plaatsgevonden, hoe groter de kans dat iemand PTSS ontwikkelt
beeldvormend onderzoek toont aan
geringe omvang van de hippocampus en prefrontale cortex, lage basisniveaus van cortisol
vanuit leertheoretische verklaringen is PTSS
een functie van klassieke conditionering: door associatie met de traumatische gebeurtenis worden ook neutrale stimuli angstwekkend, waarna de persoon ook deze geconditioneerde stimuli gaat vermijden
vanuit cognitief perspectief kan PTSS worden beschouwd als
een onaangename reactie op de aantasting van de fundamentele overtuigingen van een persoon
volgens Ehler en Clark ontstaat chronische PTSS als
mensen een traumatische gebeurtenis en/of de gevolgen ervan op een zodanige manier cognitief verwerken dat er een gevoel van dreiging blijft bestaan
conceptuele verwerking is gericht op
de betekenis van de situatie en het in een context plaatsen van informatie
datagestructureerde verwerking is gericht op
het verwerken van zintuiglijke indrukken
critical incident stress debrieefing
een of meerdere bijeenkomsten waarin de slachtoffers en hulpverleners de indrukken die ze hadden opgedaan tijdens en na de ingrijpende gebeurtenis konden uiten en bespreken
cognitieve gedragstherapie heeft als doel
de overmatige gevaarsverwachtingen bij te stellen, geconditioneerde angstreacties uit te doven en de vermijding van herinneringen en situaties te doorbreken
voordeel van EDMR
cliënten hoeven hun ervaringen niet uitvoering te beschrijven en minder emotioneel belastend huiswerk te doen dan bij CGT