H2: ethiek Flashcards
wat betekent ethiek?
ethos -> zeden/gewoonten
nadenken over en analyseren van ons handelen en het al dan niet goed zijn van dit handelen
wat betekent moraal
mos/mores –> gewoonten/zeden
verschik moraal en ethiek
moraal
- katholieke theologie
- verbonden met gezagsinstantie
- afwijkend gedrag = slecht/zonde
Ethiek
- protestanse theologie
- reflectie op eigen handelen
- verstandelijk inzicht
beschrijvende component
studie van zeden en gewoonten
normatieve component
oordeel vellen over deze zeden en gewoonten
wortels westerse ethiek?
ethica nicomachea van Aristoteles
‘de kunst om gelukkig te zijn’
Een zoektocht door de keuvelen, door samen te spreken over de zin van het leven
Uiteindelijk doel: geluk in de zin van een duurzame innerlijke vrede en harmonie met zichzelf en met zijn omgeving te bereiken
Hij beschrijft een levenshouding die je als mens brengt tot het geluk in relatie met andere mensen
wat is morele intuïtie?
= persoonlijk weten wat goed en kwaad is (geweten)
hoe ontstaat morele intuïtie?
door waardenkaders: cultuur, samenleving, familie, school…
hoe wordt geweten gevormd?
1) door controverse ervaringen
2) door levenservaring, ervaringskennis
wat zijn controverse ervaringen?
door debat en discussies krijg je andere morele inzichten
wat is ethische vrijheid?
= toont zich in jouw handelen, in bekwaamheid een keuze te maken en daardoor de verantwoordelijkheid op te nemen
wat impliceert ethische vrijheid?
verantwoordelijkheid voor de gevolgen opnemen
- in gesprek gaan over jouw keuzes
- je kan antw geven op de vraag ‘waarom heb je dit gedaan’
wat zijn waarden?
hoe bepaald?
betekenis waaruit iemand het handelen benoemd als iets goed, de moeite waard of wenselijk
deze worden bepaald vanuit levensbeschouwing
wat zijn normen?
algemene richtlijn voor het handelen, gedragsregel
bevordert of beschermt een waarde en wordt vaak uitgedrukt in een gebod of verbod – rechten en plichten
wat is deontologische code?
Beroepsgroepen leggen reeks waarden verbonden aan het beroep vast in een set van normen
het zijn gedragsregels, plichten verbonden aan het beroep