H16 en h17.4 en h18 Flashcards

1
Q

De culturele studies stellen:

A

De culturele studies stellen voorop dat sociaaleconomische, politieke en culturele organisaties van grote invloed zijn op het maatschappelijk functioneren van communicatieve processen. Ze deden veel onderzoek hiernaar, onder andere naar de ongelijkheden in mediaboodschappen. Vanaf dat moment werd het gewoon om populaire cultuurvormen te onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt het zwamvlokmodel in met betrekking tot massamedia?

A

Het zogenaamde zwamvlokmodel gaat ervan uit dat massamedia fungeren als gespecialiseerde instanties. Deze instanties helpen het publiek sneller te communiceren: een bepaald publiek vereist een bepaalde zender. Hierdoor ontstonden allerlei vormen van communicatie waarbij er een directe samenhang bestaat tussen interpersoonlijke communicatie en massacommunicatie. Het gaat telkens om het gezamenlijk uitwisselen van informatie tussen zender en ontvanger. Op die manier worden bepaalde problemen opgelost. Het type probleem hangt af van de wensen en verlangens van de individuele ontvangers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De uses and gratifications-theorie is kwantitatief van aard. Deze sociaalwetenschappelijke opvatting
is er met name op gericht om betrouwbare en controleerbare kennis te vergaren. Dit systeem kent
vier hoofdkenmerken:

A
  • Mediagebruikers kiezen bewust hun type media met bijbehorende boodschap;
  • Mediagebruikers geven zelf betekenis aan hun mediabeleving;
  • De verwachtingen van de mediagebruikers bepalen het mediagebruik;
  • Waarden, motieven en verlangens zijn het uitgangspunt van de ontvangers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Men begon anders te denken over massacommunicatie. Niet langer dacht men na wat de media met mensen doet, maar wat mensen met de media doen. Vier overwegingen lagen hieraan ten grondslag:

A
  • Op zowel nationaal als internationaal niveau zijn culturele en maatschappelijke verschillen van invloed op de overdracht van communicatie;
  • Interpersoonlijke communicatie en massacommunicatie zijn niet elkaars concurrenten, maar vullen elkaar waar nodig aan;
  • De stroom aan informatie en de stroom der beïnvloeding zijn twee verschillende processen. Massamedia en interpersoonlijk contact spelen hierbij diverse rollen;
  • Niet opinieleiders hebben de meeste invloed, maar de normen en waarden van een publieksgroep. Deze normen en waarden worden wel verwoord door opinieleiders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de twee richtingen van kritiek op de macht van de media?

A

Kritiek op de macht van de media valt over het algemeen in te delen in twee richtingen, de
marxistische maatschappijkritiek en culturele studies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom werdt de term cultuurindustrie ontwikkeld door neomarxisten?

A

om aan te geven dat ongelijke machtsverhoudingen in stand werden gehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de marxistische maatschappijkritiek

A

Tijdens de marxistische maatschappijkritiek werden concepten als cultuurindustrie en bewustzijnsindustrie geformuleerd om het de maatschappelijke functies van massacommunicatie te doorgronden. Men vond dat de media zorgde voor sociale ongelijkheid. De marxistische
maatschappijkritiek nam de massamedia hiervoor onder vuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De kenniskloofhypothese wordt veroorzaakt door:

A

Uit onderzoek is gebleken dat de groeiende toename aan mediaboodschappen zou kunnen leiden tot een vergroting van de kenniskloof tussen arm en rijk. Dit is onderzocht tijdens een onderzoek naar de kenniskloofhypothese. In eerste instantie onderzocht men deze kloof onder de pers, maar het bleek zo te zijn dat lager opgeleiden minder profijt hebben van de vergroting van het informatieaanbod in de massamedia dan hoger opgeleiden. De digitalisering legt namelijk veel meer nadruk op het bezit van computers en software. Volgens het onderzoek zullen op den duur verschillen in het bezit van ICT-producten verminderen. Een andere kenniskloof die is ontstaan door de media-explosie, is de kenniskloof tussen enerzijds Amerika en Europa en anderzijds de derde wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly