5. Uses & gratifications Flashcards

1
Q

Kenmerken van de benadering
Aanhangers van u&g benadering accepteren dat de consument kiest wat hij kiest. Ze bestuderen het gedrag en de motieven van de ontvangers, ook al zijn de motieven niet direct af te leiden uit de inhoud of de kwaliteit van de mediaboodschappen.

A
  1. Het publiek is actief
  2. Mediagebruik is vaak doelgericht.
  3. Media moeten concurreren met andere bronnen van behoeftebevrediging.
  4. Het publiek kiest op basis van zijn behoefte uit het media-aanbod en er moet een verband bestaan tussen behoeften van mensen en hun mediakeuze.
  5. Mediagebruik kan verschillende behoeften bevredigen.
  6. Gratificaties hoeven niet overeen te komen met de behoeften. (2 personen die naar hetzelfde programma kijken kunnen dit doen vanuit volstrekt andere behoeften)
  7. De media-inhoud geeft geen voorspelling van de evt. bevredigde behoeften, maar bepaalt

  1. De voldoening kan komen vanuit de media-inhoud, blootstelling en de situatie waarin deblootstelling plaatsvindt (voetbalwedstrijd in gezelschap kijken)
  2. Er is geen waardeoordeel over de betekenis van de massamedia (de almachttheorie ging uitvan de slechte invloed van de media) wel de mogelijkheden (stripverhalen dragen niet bij aan kennisvermeerdering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de betekeins van Publieksactiviteit (audience activity):

A

de ontvanger bepaalt zelf wat zijn behoefte en nagestreefde
doelen zijn, waarop hij zijn mediagebruik baseert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voor communicatiewetenschappers betekende dit niet meer dan dat de media vanuit de gebruiker bekeek. Ze richtten zich op de motivaties van het publiek en de voldoening dat het opleverde. Later werd het actieve publiek uitgewerkt in soorten activiteit:

A

Kwalitatieve dimensie

Sequentiële dimensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hieruit komen 9 soorten publieksactiviteit die binnen het communicatieproces kunnen plaatsvinden.

A

(1) Selectieve blootstelling
Kan voortkomen uit ervaringen die hij bij eerder mediagebruik heeft opgedaan
(2) Selectieve perceptie
informatie kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd
(3) Selectief onthouden
er wordt maar een gedeelte onthouden
(4) Anticiperen op de blootstelling (anticipation of exposure)
verwachting van of verheuging op de blootstelling
(5) Betekenis geven
emotionele beleving die mensen hebben bij het lezen/kijken/luisteren
(6) Identificatie op lange termijn
gevolgen na blootstelling aan de media (kinderen die rollen naspelen van personages)
(7) Coin of exchange / planning / stemmingsregulatie
mensen praten van tevoren over het tv-programma. Ze plannen wat ze willen zien. Je
gebruikt media waarvan je in een prettige stemming komt.
(8) Gebruik van verkregen voldoening
kijk op de wereld worden door media bevestigd of bijgesteld
(9) Sociale bruikbaarheid / opinieleiderschap
als je niet hebt gekeken kun je niet meepraten. Je hebt kans om opinieleider te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly