h13 Flashcards
person perception
het proces waarmee we anderen en onszelf waarnemen
attitudes
evaluatieve overtuigingen over de sociale wereld
attributie
toeschrijven van gedrag aan interne (persoon) of externe (situatie) oorzaken
intern attribueren
gedrag ligt aan de persoon
extern attribueren
gedrag ligt aan de situatie
consistentie
gebeurt het vaker?
distinctiveness
gebeurt het alleen in deze situatie
consensus
doen andere het ook
persoonvertekening
te veel nadruk op persoonlijkheid, te weinig op situatie
aantrekkelijkheidsbias
knappe mensen worden positiever beoordeeld
babyface bias
mensen met een babyface lijken onschuldiger en aardiger
selfconcept
hoe je jezelf ziet, vak gebaseerd op reacties van anderen
pymalion-effect
verwachtingen beïnvloeden gedrag (self-fulfilling prophecy)
sociale vergelijking
je zelfwaarde hangt af van je referentiegroep
self-serving bias
successen toeschrijven aan jezelf, mislukkelingen aan externe factoren
klassieke conditionering
automatisch geassocieerde betekenissen
heuristieken
vuistregels gebruiken (prof heeft altijd gelijk)
systematisch denken
diep nadenken over belangrijke beslissingen (huis kopen)
sociale facilitatie
beter presteren door aanwezigheid van andere
sociale interferentie
slechter presteren door druk
stereotype threat
negatieve stereotype beïnvloeden prestaties (meisjes wiskunde)
conformiteit
het volgen van anderen en heersende normen
informatieve invloed
je volgt anderen omdat je denkt dat zij het beter weren
normatieve invloed
je volgt andere om erbij te horen
low-ball
eerst iets voordelig laten lijken, later kosten toevoegen
voet-in-de-deur
eerst klein verzoek, daarna groot verzoek
wederkerigheid
iets terugdoen wanneer je iets krijgt
nadruk op gemeenschappelijkheid
overeenkomsten benadrukken voor vertrouwen
milgram experiment
mensen gehoorzamen
individualistische cultuur
nadruk op persoonlijke identiteit (nederland)
collectieve cultuur
nadruk op groepsidentiteit
stereotype
simplificatie van de werkelijkheid door mensen in hokjes te plaatsen
expliciet
bewust stereotype
impliciet
onbewust stereotype
groepspolarisatie
meningen worden extremer door groepsdiscussie
groepsdenken
streven naar unanimiteit belemmert kritisch denken
sociaal dilemma
spanning tussen individuele en collectieve belangen
tragety of the commons
collectieve schade door egoïstisch gedrag
prisoners dilemma
samenwerken levert collectief voordeel op, maar egoïsme kan de overhand nemen