H11 Rapportage Flashcards

1
Q

Wat houdt de inleiding in?

A

Wat je onderzoeks, waarom en wat het oplevert

  1. De aanleiding
  2. Huidige stand van zaken
  3. Doel van de studie
  4. Verdere inhoud
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat moet er in de aanleiding van de inleiding?

A
  • De aanleiding voor jouw studie
    -Maatschappelijke relevantie (zonder die zo te noemen)
  • Onderwerp van je studie
    -belangrijke termen meteen uitgelegd

Start met:
- Het probleem dat je wilt oplossen: de kern in een zin + hoe je dit gaat oplossen
- Een anekdote: schets de situatie (en mogelijk doel van het onderzoek)

Clichés moet je vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat moet er in de huidige stand van zaken in de inleiding?

A
  • Stand van zaken in wetenschappelijke literatuur
  • Waarom is het belangrijk om uit te breiden/ te verdiepen / aan te passen
  • bouw voor op voorgaande studies die relevante begrippen uit jouw studie uitleggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat moet er in de doel van de studie in de inleiding?

A
  • Onderzoeksvraag concretiseert het doel
    -Maak expliciet hoe je deze gaat beantwoorden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat moet er in de verdere inhoud in de inleiding?

A
  • Voorbeelden: laat zien wat je gaat coderen om zo kernbegrippen concreet te maken
    -Verwachtingen: hypothesen vaak besproken in apart theoretisch kader, maar kunnen in de inleiding al uitgesproken worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent de Curse Of Knowledge?

A

Er is asymmetrie tussen schrijver en lezer, als schrijver zie je mogelijk details over het hoofd omdat ze voor jouw vanzelfsprekend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat moet je doen om de curse of knowledge tegen te gaan?

A
  • Maak aantekeningen tijdens het onderzoek
  • Laat je werk lezen door anderen, met de expliciete vraag of ze genoeg info hebben om het onderzoek zelf uit te voeren (of het ze ook echt laten doen)
  • Kijk welke details vergelijkbare studies melden, heb jij ze ook?
  • Gebruik bestaande checklists om te controleren of je niks vergeten bent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat moet er in de methode?

A

Herhaalbaarheid is belangrijk = onderzoek moet zo gerapporteerd worden dat het in principe herhaalbaar is, eigenlijk een stappenplan

  1. Keuzes, beperkingen en motivatie
  2. Sample
  3. Codeerboek
  4. Codeeerproces
  5. Ethische overwegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat moet er in de keuzes, beperkingen en motivatie in de methode?

A

Alle studies zijn beperkt, je kan niet alles in detail beantwoorden. Welke beperkingen heb je en waarom heb je gekozen om iets zo te doen moet je wel goed kunnen motiveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat moet er in de sample in de methode?

A

Beschrijf duidelijk welke data je wanneer hebt verzameld, hoe je dat hebt gedaan en op welke criteria de selectie gemaakt is. Vertel ook waarom
Veelvoorkomende valkuilen:
- Het weglaten van relevante info over de steekproef (curse of knowledge)
-Een post-hoc motivatie geven over gemaakte keuzes, dus niet achteraf doen
-Het foutief omschrijven van de sampling methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat moet er in het codeerboek in de methode?

A
  • Het codeerboek zelf kan je toevoegen als bijlage, wel moet je keuzes uitleggen
  • In de hoofdtekst van je verslag schrijf je op:
    • Welke categorieën je hanteert
      *Waar die vandaan komen (referenties)
    • geef je expliciet aan als je zelf nieuwe categorieën hebt toegevoegd/andere aangepast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat moet er in het codeerproces in de methode?

A
  1. Algemeen
    - Wie zijn de codeurs (en hebben zij belangrijke demografische eigenschappen?)
    -Hoeveel codeurs hebben meegewerkt?
    -Hoe zijn de items verdeeld tussen de pilotstudie en hoofdcodeerfase?
  2. De pilotstudie:
    - Hoeveel items zijn er (dubbel) gecodeerd in de pilotstudie?
    -Hoe betrouwbaar waren de resultaten van de pilotstudie?
    -Welke wijzigingen heb je doorgevoerd na de pilotstudie?
  3. De hoofdcodeerfase:
    -Hoe zijn de items verdeeld tussen de codeurs?
    -Hoeveel items hebben de verschillende codeurs gecodeerd?
    -Hoeveel items zijn dubbel gecodeerd?
    -Hoe lang duurde het codeerproces?
    -Hoe zijn eventuele onenigheden tussen codeurs opgelost?
    (uiteindelijke betrouwbaarheid gaat bij de resultaten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat moet er in de ethische overwegingen in de methode?

A
  • Leg uit op welke manier je de sociale media gebruikers in jouw sample hebt geprobeerd te beschermen tegen potentieel nadelige effecten van jouw studie
    -Soms handiger om ethische kwesties in bijpassende paragraaf te bespreken
    -Dual use problemen kunnen vaak ook in de conclusie?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat moet er in de resultaten?

A
  1. Descriptieve statistieken
  2. Duiding van betrouwbaarheidscores
  3. Toetsende statistiek
  4. Visualisaties
  5. Exploratieve analyses
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de descriptieve statistiek in bij de resultaten?

A

Vaak gerapporteerd met behulp van een tabel denk aan:
- het gebruik van de juiste Griekse letters, voor Krippendorff’s alpha (a in het grieks) en voor Cohen’s kappa de (k in het grieks).
- Het formatteren van tabellen volgens APA-richtlijnen, rechts uitlijnen van getallen en zo min mogelijk verticale lijnen
- het duiden van de statistieken: wat betekenen de scores eigenlijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat moet er in de duiding van betrouwbaarheidsscores in de resultaten?

A

-Eerst scores laten zien en vervolgens verklaringen geven (bv. als een score lager is)

17
Q

Wat moet er in de toetsende statistiek in de resultaten?

A
  • Maak duidelijk welke hypothesen je toetst met welke toets, herhaal de hypothese ook
    -Asl een statistische toets aannames doet over de data, is het goed die ook te toetsen (mag in voetnoten of appendix)
    -Als je heel veel statistische toetsen uitvoert, kan het handig zijn om een correctie toe te passen
    -Als je chi-kwadraat toets uitvoert, zorg er dan ook voor dat het duidelijk is met welke getallen je die toets hebt uitgerekend
  • Laat zien dat je de resultaten kunt interpreteren
    -Denk na over de volgorde waarin je verschillende hypothesen toetst en probeer ook een verhaal te maken van je verslag
18
Q

Wat moet er in de visualisaties van de resultaten?

A

Strategieën om resultaten optimaal te presenteren:
Wat wil je laten zien?
-Factor 1: de onderzoeksvraag
-Factor 2: de plaats van de visualisatie in de narratief van je resultatensectie (begin algemeen, maar zoom later juist in op bepaald aspect van de data)

Hoe toegankelijk is de visualisatie?
-Chechklist 1: inhoud
* altijd duidelijke en beschrijvende titel
*in tekst een samenvatting over wat de visualisatie laat zien
* Begrijpelijke taal, X-as en Y-as duidelijk gelabeld
* getallen moeten gepresenteerd worden zodat lezer zelfstandig kunnen bepalen hoe vaak iets voorkomt

Checklist 2: visuele eigenschappen
* Tekstgrootte
* contrast (tussen tekst en achtergrond, vormen en iconen en kleuren, ook in zwart-wit)
* redundantie: kleur niet het enige wat categorieën onderscheid (bv. ook patronen)
* een schreefloos lettertype (bv. Arial)

19
Q

Wat moet er in de exploratieve analyses in de resultaten?

A

Data kan je ook gebruiken om nieuwe vragen te verkennen waarvoor je geen hypothese hebt opgesteld
- Bij een census: exploratieve analyse om vast te stellen wat de eigenschappen zijn van een populatie
-Bij een steekproef: exploratieve analyse om vast te stellen wat de eigenschappen zijn van je sample en de hypothese stellen dat een nieuwe steekproef dezelfde eigenschappen zou hebben. Dit kan getoetst worden in vervolgonderzoek en als het dan ook gebeurt pas generaliseerbaar naar de populatie

20
Q

Wat moet er in de discussie?

A
  1. Onverwachte bevindingen
  2. Beperkingen
  3. Suggesties voor vervolgonderzoek
21
Q

Wat moet er in de onverwachte bevindingen van de discussie?

A

Grofweg 2 soorten:
1. Een resultaat dat niet overeenkomt met je verwachtingen –> Probeer te verklaren, ook op basis van verdere literatuur

  1. iets tegenkomen waar je nog niet over na had gedacht

–> beide aanleiding voor vervolgonderzoek

22
Q

Wat moet er in de beperkingen van de discussie?

A

Reflecteren op beperkingen en ook in welke mate je deze terugziet in de resultaten, ook nieuwe beperkingen benoemen –> is vervolgstudie met minder beperkingen de moeite waard?

23
Q

Wat moet er in de suggesties voor vervolgonderzoek van de discussie?

A

Nadenken over mogelijke vervolgstappen om voort te bouwen op hetgeen dat je gevonden hebt. Leg concreet uit hoe een vervolgonderzoek eruit zou moeten zien, waarom het relevant zou zijn om te bestuderen, mogelijke verwachtingen en implicaties

24
Q

Wat moet er in de conclusie?

A
  • Kort samenvatten wat de hoofdbevindingen zijn
  • De implicaties daarvan
    -Aanbevelingen op basis van je bevindingen
  • Blijf bescheiden
25
Q
A