H11 Flashcards

1
Q

Adorno

A

Duits, continentaal filosoof van de ‘Frankfurter Schule’ volgens wie de mens slaaf van eigen kennis en werktuigen is geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dennett

A

Amerikaans, analytisch filosoof volgens wie het bewustzijn in wezen materialistisch is en er geen overkoepelend zelf is dat aan het stuur van het bewustzijn zit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Derrida

A

Frans, postmodern filosoof volgens wie alles in teksten en taal vastligt en er geen externe criteria zijn om kennis of argumenten te beoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Foucault

A

Frans filosoof volgens wie de geschiedenis geen vooruitgang kent maar discontinue verloopt en de hedendaagse, zelfbewuste mens een historisch bepaalde ‘uitvinding’ is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Frankfurter Schule

A

Groep ‘kritisch; filosofen, waarvan Adorno, Marcuse en Habermas de bekendste zijn die zich afvragen of de rede geen autodestructieve aspecten bevat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Habermas

A

Filosoof die in lijn met de Frankfurter Schule gesitueerd kan worden volgens wie de waarheidsvraag, of de vraag naar wenselijkheid op een bepaald terrein, wetenschappelijk, ethisch, esthetisch of politiek, samenhangt met de vraag of men binnen een ‘herrschaftsfreie’ discussie een consensus kan bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lyotard

A

Frans filosoof volgens wie tengevolge van technologische ontwikkelingen zoals de informatica, de kunstmatige intelligentie en de massamedia, de ‘grote verhalen’ uiteengevallen en versplinterd zijn in meerdere ‘taalspelen’ die elk hun eigen ‘klein verhaal’ genereren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Marcuse

A

Filosoof van de ‘Frankfurter Schule’ volgens wie de mens ‘unidemensioneel’ wordt, i.e., waarbij alle waarden en doeleinden gericht zijn op de normen van het systeem en ook het denken wordt aangepast aan de gevestigde categorieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Negatieve Dialectiek

A

Kerngedachte van de Frankfurter Schule dat de rationaliteitsidee haar eigen negatie bevat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Parfit

A

Brits analytisch filosoof die het probleem van persoonlijke identiteit doorheen de tijd ‘oplost’ in termen van psychologische continuïteit en connectiviteit van geheugen en karakter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Postmodernisme

A

Er zijn geen grote verhalen meer; het is onmogelijk om een visie op de werkelijkheid te ontwikkelen die samenhang, inzichtelijkheid en zingeving vertoont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Qualia

A

Kwalitatieve, subjectieve ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rawls

A

Amerikaans politiek filosoof die de vinger poogt te leggen op een eerlijke en rechtvaardige samenleving door zich af te vragen tot welke basisprincipes we zouden besluiten indien we ons in de ‘oorspronkelijke opstelling’ (the original position’) zouden bevinden, i.e., de sluier van onwetendheid (‘the veil of ignorance’) dragende betreffende of we vrouw of man zijn, homo- of heteroseksueel, geschoold of ongeschoold, gezond of ziek, enzovoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rorty

A

Amerikaans postmodern filosoof die filosofie als een taalspel beschouwt, zonder de mogelijkheid te erkennen om op een neutrale manier te evalueren welke taalspelen meer waarheid of objectiviteit bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Williams

A

Brits analytisch filosoof die, in tegenstelling tot het utilitarisme en de categorische imperatief, beargumenteert dat mensen altijd ‘innerlijke redeneren’ moeten hebben om moreel te handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly