H1 Functionele Morfologie Bouw Van De Cel Flashcards
Zichtbaar met het blote oog
Macroscopisch (organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel)
Zichtbaar met lichtmicroscoop
Microscopisch (cel)
Zichtbaar met elektronenmicroscoop
Submicroscopisch (celorganel, macromolecule, molecule, atoom)
Welke cellen kan je zien met het blote oog?
Sommige eicellen (kikker en vogel) en Sailor’s eyeballs
Hoe groot is een plantencel of dierlijke cel?
10-200 um (10x-3 mm)
Hoe groot zijn bacteriën?
1-10 um
Wie heeft een celwand?
Planten, fungi, archaea en bacteriën (geen dierlijke cellen)
Uit wat is een celwand gebouwd?
Een netwerk van cellulose vezels waartussen mazen voorkomen
Wat is de functie van de celwand?
- Verleent stevigheid aan de cel
- Beschermende laag tegen afbraak of tegen ongunstige mileuomstandigheden
- Het is doorlaatbaar voor de meeste moleculen
- Fungi is niet cellulose, maar chitine
Cytoplasma en cytosol
Cytosol: geleiachtige vloeistof bestaande uit water en opgeloste stoffen
Cytoplasma: cytosol+ celorganellen
Fosfolipiden wat en functie
Bestaan uit een fosfaatkop (hydrofiel, polair en is aangetrokken door water) en 2 vetzuurstaarten (hydrofoob, apolair, en worden niet aangetrokken tot water)
-Vormen dubbele laag
- samenhouden van celinhoud
- vormen een barrière tussen intra-en extracellulair milieu
Wat doen transmembraanproteinen?
Selectief transport van stoffen doorheen het membraan
Cholesterol
Garandeert de soepelheid van het celmembraan
Perifere proteïnen
Spelen een rol in het herkennen van stoffen en bij de communicatie met andere cellen
Glycocalix
- Suikers of sachariden die aan de buitenkant van het celmembraan steken
- suikerketens die vertrekken van tussen de vetzuurstaarten of die vastzitten op de membraaneiwitten
- kenmerkend voor het celtype
- onderling cel-cel herkenning
- communicatie tussen de cellen
Eigenschappen celmembraan?
Ze zijn flexibel, zelfsluitend en selectief doorlaatbaar
Wat doet een celmembraan?
Omsluit en isoleert de celinhoud
Laat selectieve stoffen door in beide richtingen
Rol in herkenning stoffen van buiten de cel
Communicatie met andere cellen
-> afzonderlijke onderdelen zorgen ervoor dat het celmembraan deze functie kan uitvoeren
Wat is Chromatine?
Chromatine is DNA gewikkeld in eiwitten om het DNA compacter te maken.
Wat is DNA?
DNA is het genetisch materiaal dat de informatie bevat om in cellen proteïnen aan te maken.
Wat is de functie van de celkern? Nucleolus
Bevat het genetische materiaal DNA (informatie aanmaken proteïnen)
Replicatie of verdubbeling van DNA
Nucleolus is de aanmaakplaats van het ribosomaal RNA wat nodig is voor de opbouw van ribosomen.
Hoe wordt een proteïne aangemaakt?
Er wordt een kopie van het DNA aangemaakt, de MRNA. Een enkele streng/helix
De MRNA ontsnapt dan via de kernporien naar het cytoplasma. Dan zal een ribosoom de ‘code’ lezen van het mRNA en maakt het ribosoom dan zo de juiste eiwit aan.
Uit wat zijn ribosomen opgebouwd?
Een kleine subeenheid en een grote subeenheid
Wat doen ribosomen?
Ribosomen decoderen de genetische informatie van de kopie van het DNA (mRNA) zodat er proteïnen worden gesynthetiseerd. (=eiwitsynthese)
Functie RER
Synthese van proteïnen (ribosomen)
Opslaan van niet afgewerkte proteïnen
Transport via transportblaasjes naar organellen die instaan voor nabewerkingen