H1 Flashcards
Maatschappelijk vraagstuk
Een vraagstuk dat voldoet aan de volgende criteria:
1. Het heeft gevolgen voor verschillende groepen in de samenleving.
2. Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaken en de mening.
3. Het is alleen gemeenschappelijk op te lossen, waarbij de overheid meestal een rol heeft.
Compromis
Een oplossing waarbij alle partijen een beetje moeten toegeven.
Politiek probleem
Een maatschappelijk probleem waarvoor politici oplossingen bedenken.
Dilemma
Een lastige keuze uit twee dingen die niet kunnen samengaan.
Rechtsstaat
Een rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur.
Parlementaire democratie
Een bestuursvorm waarbij het volk het nemen van beslissingen overlaat aan gekozen vertegenwoordigers in het parlement.
Pluriforme samenleving
Een samenleving waarin verschillen tussen mensen bestaan in levensstijl, godsdienst en levensovertuiging en andere cultuurkenmerken.
Verzorgingsstaat
Een land waarbij de overheid zich actief bemoeit met de welvaart en het welvaart van zijn inwoners.
Waarde
Een uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
Norm
Een regel over hoe je je in een bepaalde situatie behoort te gedragen.
Sociale controle
De manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan normen te houden.
Belang
Het voordeel dat iemand ergens bij heeft.
Belangentegenstelling
Belangen die niet overeenstemmen.
Macht
De middelen om het gedrag of denken van anderen te beïnvloeden.
Gezag
Gelegitimeerde macht.
Machtsmiddel
Een middel waarmee je het gedrag of denken van anderen kunt beïnvloeden.
Sociale ongelijkheid
Ongelijke verdeling in de maatschappij van kennis, inkomen, status en (politieke) macht.
Sociale cohesie
De mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.
Nepnieuws
Nieuws dat niet op de waarheid berust.
Manipulatie
Het opzettelijk verdraaien of weglaten van feiten, vaak zonder dat de lezer of kijker zich hiervan bewust is.
Propaganda
Bewust eenzijdige informatie geven met als doel de mening van mensen te beïnvloeden.
Indoctrinatie
Het proces waarbij mensen langdurig, sytsematisch en dwingend eenzijdige opvattingen opgedrongen krijgen met de bedoeling dat zij deze opvattingen kritiekloos overnemen.
Polarisatie
Proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen sterker worden en ze steeds meer tegenover elkaar komen te staan.
Complottheorie
Een theorie die ervan uitgaat dat bepaalde gebeurtenissen het resultaat zijn van een samenzwering tussen mensen of groepen met kwaadaardige bedoelingen.
Objectief
Gebaseerd op feiten.
Subjectief
Gebaseerd op een persoonlijke mening of gevoelens.
Filterbubbel
Het verschijnsel waarbij iemand maar een deel van de werkelijkheid waarneemt en vastzit in een eigen cocon, doordat websites hun aanbod afstemmen op eerder onlinegedrag.
Algoritme
Wiskundige formule om snel data te analyseren.
Big data
Grote hoeveelheden data.
Referentiekader
Alles wat iemand bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten.
Selectieve waarneming
Het verschijnsel waarbij iemand alleen ziet wat hij of zij wil zien.
Vooroordeel
Een oordeel over iets of iemand zonder die persoon of zaak te kennen.
Kritisch denken
Het proces om op basis van goed afgewogen informatie tot en beargumenteerde en onderbouwde mening te komen.
Stelling
Een geformuleerd standpunt.
Argument
Uitleg waarom iemand iets vindt.