H. 6 Fysische diagnostiek van de ogen Flashcards

1
Q

uit welke delen bestaat de oogleden?

A

1= buitenblad
2= binnenblad
3= traanklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de oogbol bestaat uit verschillende lagen:

A

1= tunica fibrosa( sclera, cornea)
2= tunica vasculosa, uvea, middenlaag van de oogbol( regenboogvlies, iris, corpus ciliare, choroidea)
3= binnenste laag(netvlies, retina, macula lutea, gele vlek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functie tunica fibrosa:

A

constante vorm en aslengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cornea :

A

helder, geen bloedvaten, belkeed met endotheel en epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oogbol bestaat uit :

A

voorste oogkamer en achterste oogkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gedeelte achter lens:

A

corpus viteum oftwel glasvochtruimte en gevuld met gel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lens:

A

geen vascularisatie, gevoed door kamerwater, bestaat uit kapsel, schors en kern, aangespannen door m. ciliaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onderzoek van inwendige oog door:

A

opvallend (kijkrichting en lichtrichting niet hetzelfde)en doorvallend licht (kijkrichting en lichtrichting wel hetzelfde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Xanthelasmata:

A

geelbruine vlakke vetophoping op mediale deel van boven of onderooglid. kan duiden op verstoorde vetwstofwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hordeolum externum:

A

onsteking kliertjes van Zeiss

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hordeolum internum:

A

ontsteking kliertjes van Meibom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Chalazion(gerstekorrel):

A

verstopping afvoergang van kliertje van Meibom. Knobbeltje in bovenste ooglid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ptosis:

A

verauwing van lidspleet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

dubbelzijdige ptosis kan duiden op:

A

myastenia gravis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

enkelzijdige ptosis kan duiden op:

A

aangezichtsverlamming, syndroom van Horner of een orbitabodemfractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verwijding van lidspleet kan duiden op:

A

exoftalmie

17
Q

exoftalmie:

A

ogen komen uit de kassen naar voren

18
Q

eenzijdige exoftalmie kan duiden op:

A

tumor of ontsteking

19
Q

enoftalmie:

A

ogen zitten binnen in de kassen

20
Q

aniscorie:

A

klein verschil in pupilgrootte

21
Q

oorzaak pupil verwijding of vernauwing:

A

aangeboren, medicijnen of drugs

22
Q

intacte directe reactie:

A

pupilconstrictie in oog met licht schijnen

23
Q

intacte indirecte reactie:

A

pupilconstrictie in oog waar geen licht in schijnt

24
Q

afferent pupildefect:

A

geen vernauwing bij schijnen van licht in aangedane oog, maar wel in contralaterale oog

25
Q

oorzaak afferent pupildefect:

A

perceptie van licht of n. opticus werkt niet goed

26
Q

laesie n. oculomotorius:

A

bij directe belichting sprake van contralaterale pupilvernauwing.

27
Q

troebel cornea als gevolg van:

A

trauma of infectie

28
Q

stenopeische opening:

A

nauwe opening in houder die voor het oog wordt gehouden en kunstmatige vernauwing van pupil levert.

29
Q

symptomen van papiloedeem:

A

rand onscherp en gezwollen, witte centrum niet zichtbaar en kleur wordt paars

30
Q

zachte exsudaten:

A

witgrijze plekje met onscherpe randen, niet glinsterend oppervlak

31
Q

harde exsudaten:

A

doorlaatbaar voor eiwitten

32
Q

microaneurysmata:

A

kleine ronde vlekjes,
veroorzaakt door verwijde capillairen

33
Q

gevolg van ernstige diabetische retinopathie:

A

vaatnieuwvormingen en bindweefselstrengen