gs 5.1 en 5.3 Flashcards
bourgeoisie
(hoge bugerij) groep van rijke burgers
industrialisatie
uitbreiding van de industrie
industrie
productie in fabrieken
industrieel kapitalisme
kapitalisme waarin ondernemers in de industrie de leiding hebben
industriële revolutie
ingrijpende verandering in de productiemethoden, waarbij handarbeid wordt vervangen door machines
moderne tijd
vijfde periode (1800-heden)
sector
deel van de economie, zoals landbouwsector, industriesector en dienstensector
tijd van burgers en stoommachines
achtste tijdvak (1800-1900)
ideologie
geheel van ideeën over de samenleving
klasse
bevolkingsgroep
politieke partij
organisatie die vanuit bepaalde ideeën probeert invloed te hebben op het bestuur
productiemiddel
hulpmiddel van productie
recht van initiatief
leden van de tweede kamer mogen een wetvoorstel indienen
sociale kwestie
het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders
sociale wet
wet voor steun aan mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen