gs Flashcards

1
Q

Calvinisme

A

protestants geloof volgens de ideeën van Calvijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dominee

A

leider van protestante kerkdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hervorming

A

verandering waarbij christenen de katholieke kerk wilden veranderen en zich afsplisten van deze kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

katholiek

A

rooms-katholiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mens- en wereldbeeld

A

kijk op het leven van mensen en de wereld om hen heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

protestant

A

christen die zich baseert op de ideeën van de hervorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

renaissance

A

verandering van de Europese cultuur vanaf omstreeks 1500 met een herboren belangstelling voor de Griek-Romeinse cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tijd van ontdekkers en hervormers

A

vijfde tijdvak (1500-1600)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vervolgen

A

opsporen en gevangennemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vroegmoderne tijd

A

vierde periode (1500-1800)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

beeldenstorm

A

vernielingen in katholieke kerken door nederlandse protestanten in 1566

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geus

A

Nederlandse opstandeling tegen Filips II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gezag

A

heerschappij, macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

landvoogd

A

plaatsvervang er van een vorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

soevereiniteit

A

hoogste macht in een staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

staten

A

bestuur van een gewest

17
Q

tachtigjarige oorlog

A

strijd van Nederlanders tegen Spanje (1568-1648)

18
Q

emigreren

A

verhuizen naar ander land

19
Q

gewetensvrijheid

A

recht om te geloven wat je wilt

20
Q

immigrant

A

iemand die verhuist vannuit een ander land

21
Q

miggrant

A

landverhuizer

22
Q

migratie

A

verhuizing naar een ander land

23
Q

Republiek

A

republiek der zeven verenigde nederlanden

24
Q

werkgelegenheid

A

mogelijkheid voor betaald werk