Groei en ongelijkheid Flashcards

1
Q

Wat is de sociale infrastructuur van een land?

A

Instituties en overheid beleid dat de economische omgeving bepaald waarbinnen het individu vaardigheden ontwikkeld en bedrijven kapitaal ontwikkelen en output produceren. Gewenste instituties waarbij productiviteit en uitbreiding van het kapitaal aangemoedigd wordt, uitvindingen, innovatie …

Deze instituties moeten ook beschermen tegen maffia, diefstal, corruptie, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke co-relatie is er tussen toenemende kans op onteigening en GDP per capita?

A

Toenemde kans op onteigening => slechte sociale infrastructuur => lage BBP per capita

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat heeft over de lange termijn invloed op een sociale infrastructuur?

A
  1. Type kolonisatie: uitbuitende kolonisatie of Neo-Europes (US, Canada)
  2. Het blijven of verdwijnen van koloniale instituties na onafhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zegt Schumpeter?

A

Technologische innovaties liggen aan de basis van economische groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt Kondratieff?

A

Economische groei komt in golven van ongeveer 50 jaar, valt samen met radicale innovaties. Radicaal in de zin van disruptief voor voorgaande technologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf de cycle van automobile dependecy.

A
  1. Transport gericht op auto’s
  2. Minder alternatieven
  3. Alternatieven worden gestigmatiseerd
  4. Widlgroei en verwaarloosde steden
  5. Grond wordt ingedeeld en voorzien op wagens
  6. Parking voorzien
  7. Meer en meer mensen hebben eigen wagen door de voorzieningen die ervoor zijn
    => lock-in effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie zijn de “working poor”?

A

Werkenden die risico lopen om in armoede te verkeren. Per definitie wanneer inkomen kleiner is dan 60% van de nationale mediaan na sociale bijdrages.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is ‘equivalised disposable income”?

A

Inkomen dat effectief beschikbaar is om uit te geven verdeeld over het aantal leden van een huishouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke componenten bestaat het totale inkomen?

A

Inkomen uit kapitaal/vermogen + inkomen uit arbeid
Kapitaalvoorraad is veelvoud van BBP en ongelijk verdeeld + rendement op kapitaal hoger dan de economische groei waardoor ongelijkheid structureel toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn beperkingen van analyses obv fiscale gegevens?

A
  1. Informele economie
  2. Sociale bescherming
  3. Niet belaste inkomens (kinderbijslag)
  4. Voordelen in natura
  5. Hogere inkomens zin oververtegenwoordigd in consumptie van sterk gesubsidieerde activiteiten zoals hoger onderwijs en cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly