De economische scholen Flashcards
Wanneer ontstaat de klassieke school?
Begin IR, tweede helft 18de eeuw, begin 19de eeuw.
Wat is de situatie bij het ontstaan van de klassieke school?
armoede, ‘kleine’ overheid
Wat is het doel van de klassieke school?
Productie centraliseren => schaalvoordeel. Specialisatie en taakverdeling in productieproces. Geen aandacht voor het individu.
Wat zegt de ‘onzichtbare hand’ van A. Smith? Bij welke economische school hoort dit?
Streven naar eigenbelang creëert maximale welvaart? Overheid moet eigenlijk weinig ingrijpen. Aanbieders willen beste producten aanbieden om klanten te behouden. Klassieke school
Welke theorie ontwikkelde Jean-Baptiste Say voor de klassieke economische school?
De kringloopgedachte van de economie. Elk aanbod creëert een eigen vraag => markt is zelfregulerend. Enkel externe schok leidt tot recessie, niet de marktwerking zelf! Geen reden dus om zelf de marktwerking veel bij te sturen.
Welke theorie ontwikkelde Ricardo voor de klassieke economische school?
Het idee van comparatieve voordelen => waarom mensen handelen. Grondlegger theorie internationale handel
Wat is de waarde voor een goed bij de klassieke school?
De geïncorporeerde productiekosten
Welke drie klassen zijn er binnen de klassieke school?
- Grondeigenaars
- Kapitalisren of eigenaars van productief kapitaal’
- Werkende klasse (arbeiders, landbouwers)
Wat is de focus van de neoklassieke school?
Uitbreiding klassieke school met vraagzijde. Individu staat plots centraal in de economische analyse.
Vraag en aanbod als prijsmechanisme => waarde van het goed ifv waarde voor het individu
Wat is de waarde voor het goed bij de neoklassieke school?
Naast productiekosten ook op basis van waardering/nut door het individu
Wat wil ‘homo economicus’ hypothese zeggen?
Waarde voor dit individu hangt af van nut voor zichzelf. Assumptie dat individu alle informatie kent en er naar handelt. Het individu zal dus handelen uit eigenbelang dat dus alternatief kiest zodanig dat zijn doelstellingen maximaal gerealiseerd worden. Hij is dus hyperrationeel en weegt elke mogelijkheid af (niet realistisch)
Vat gedachte van neoklassieke school samen.
- Voorstander van vrije marktwerking => zelfregulerend, geen tot weinig overheidsinmenging
- Externe effecten kunnen leiden tot marktfaling => overheidsingrijpen wel nodig, externe effecten verstoren marktevenwicht
- Ten gevolge van informatieproblemen kan markt ook falen (imperfecte informatie)
Schets het probleem van imperfecte informatie.
Koper kent informatie niet over product niet waardoor markt implodeert. Koper biedt minder dan aanbieder wil krijgen => geen evenwichtsprijs.
Wat is asymmetrische informatie?
Verkoper weet meer over de kwaliteit van het goed dan de koper waardoor markt kan falen
Wat is adverse selectie? Hoe kan je dit oplossen?
Aantrekken van ongewenste tegenpartijen. Bv. mensen hebben een minimale basisverzekering nodig, mensen betalen sociale zekerheid, … anders zouden enkel mensen die het het meest nodig hebben, die verzekeringen aangaan. Bank moet garantie hebben (hypotheek) bij lening zodanig risico niet bij een marktpartij ligt.