grasple Flashcards

1
Q

wat is de mediaan?

A

de mediaan is de middelste waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

hoe vind je de mediaan?

A
  1. Zet alle waardes op volgorde van klein naar groot.
  2. Tel hoeveel waardes er totaal zijn.
  3. Bepaal waar de middelste waarde zou zitten. (Dit kan je uitrekenen door het aantal waardes door 2 te delen en naar boven af te ronden.)
  4. Tel vanaf het begin tot aan het getal uit stap 3 om zo de middelste waarde te vinden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de modus

A

De modus is de meest voorkomende waarde in een variabele. Je telt hoe vaak elke waarde voorkomt, je kiest het getal dat het vaakst voorkomt. Een modus kan ook uitgerekend worden als er alleen categorieën zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn centrummaten

A

modus, mediaan en gemiddelde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat geeft de variatie/spreiding aan?

A

het geeft aan hoeveel de data van elkaar verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

spreidingsmaten

A

een maat die aangeeft hoeveel de getallen van elkaar verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bereik

A

de eerste maat van spreiding is het verschil tussen de hoogste waarde en de laagste waarde.
bereik = maximum- minimum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke centrummaat laat de meest voorkomende waarde zien?

A

modus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waardoor wordt het bereik beïnvloed?

A

door uitschieters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kwartielen

A

de getallen waarmee je de data in 4 gelijke stukken verdeelt. Dit is een manier om de mate van spreiding in een dataset te meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe vinden we kwartielen?

A

Stap 1: Zet alle getallen op volgorde.

Stap 2: Vind de mediaan (ook wel het tweede kwartiel of Q2 genoemd).

Stap 3: Vind nu de mediaan van de eerste helft – de helft met de laagste waarden. Dit noemen we het eerste kwartiel of Q1.

Stap 4: Vind nu de mediaan van de tweede helft – de helft met de hoogste waarden. Dit noemen we het derde kwartiel of Q3.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

standaarddeviatie

A

de gemiddelde afstand tot het gemiddelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly