ch 2 Flashcards
wat zijn de belangrijkste dataverzamelings methodes bij correlationeel onderzoek?
- observatiestudies
- bestaande gegevens/ big data
- vragenlijsten (surveys)
wat zijn problemen die kunnen ontstaan bij observatieonderzoek in een laboratorium?
o Mensen gedragen zich anders (reactiviteit), dus wellicht niet van toepassing op hun ‘gewone gedrag’. Ze passen hun gedrag aan, misschien wat ze eten in een dag in een laboratorium is misschien niet wat ze eten op een normale dag. Is een vorm van generaliseren.
o Gedeeltelijke meting; moeilijk om mensen 24 uur te laten blijven.
wanneer kun je observatie goed toepassen?
- Gegevens verzamelen door feitelijk gedrag te observeren: kijken, luisteren, beoordelen
- Toepassingen:
o Gedrag observeren
o Mogelijkheid om onderwerp te onderzoeken waar nog weinig over bekend is. Het geeft je de mogelijkheid om breder te kijken.
o Mogelijkheid om persoon/ fenomeen in de natuurlijke setting te bestuderen/ observeren. Ergens heen te gaan waar mensen hun normale gedrag te laten zien.
Als dit past bij de onderzoeksvraag dan kan dit een goede manier zijn.
waarom is meten moeilijk?
Het is moeilijk om een dataverzameling methode te kiezen die alle data verzameld en goede metingen oplevert.
- Beste passende methode is afhankelijk van onderzochte groep
o Bijv. leeftijd, opleidingsniveau
- Beste passende methode is afhankelijk van je budget
o Moet je een App bouwen
o Of kun je gebruik maken van bestaande methodes
- Beste passende methode is afhankelijk van onderzoeksvraag
o Feiten: bestaande data, vragenlijst
o Gedrag: observatie, vragenlijst
o Meningen: vragenlijst
wat voor soorten vragenlijsten zijn er?
- Face-to-face: iemand stelt vragen en noteert het antwoord.
- Papier/post
- Telefoon
- Internet
- Smarthphone: veel onderzoekers mee bezig zodat het het makkelijkst op een telefoon kan worden ingevuld.
- Mixed-mode
De vragenlijsten verschillen in mate van invloed van de interviewer (bijvoorbeeld face to face, sommige mensen zullen zich hier niet comfortabel bij voelen, terwijl misschien wel als het anoniem is bij een vragenlijst. Invloed kan ook positief zijn, interviewer kan uitleg geven bij een vraag , dit is een positieve invloed), mate van interactie met de respondent (dat kan via telefoon of persoonlijk, maar niet bij andere methodes), mate van privacy (mensen voelen zich veel meer anoniem via het internet etc, dit is betere methode als het over gevoelige onderwerpen gaat), gebruik van technologie.
wat voor types mixes- mode surveys zijn er?
- Ene soort vragenlijst voor ene groep respondenten, andere soort voor andere
o Online survey, met optie voor papier voor mensen zonder internettoegang.
o Hier moet je goed over nadenken, het bepaald de kwaliteit van je data. Als je een methode gebruikt weet je dat de methode voor iedereen dezelfde voor en nadelen heeft. Een papieren vragenlijst heeft andere voor en nadelen. Je moet goed weten waar je aan begint en dat het voor en nadelen heeft. - Ene methode voor deel van vragenlijst, andere voor ander deel (vb. gevoelige vragen)
o Telefoonsurvey en Audio Computer Self-Administered (ACASI).
o Je cobineerd gelegenheid om uitleg te geven en het anonieme in een vragenlijst. - Ene methode voor ene ‘wave’ van dataverzameling, andere voor vervolg
o Eerste ‘wave’ face-to-face, volgende ‘waves’ online (om kosten te besparen)
wat is the responce proces?
Het zijn de stappen die een respondent doorloopt voordat de respondent antwoord kan geven op de onderzoeksvraag.
De stappen die de respondent doorloopt zijn: comprehension, retrieval, judgement en response. het is geen lineair proces. respondenten kunnen bijvoorbeeld weer terug gaan naar stap 1.
- Comprehension: dat betekent dat mensen de vraag moeten begrijpen. Als de respondent de vraag leest, moet hij begrijpen waar de vraag over gaat.
- Retrieval: de respondent gaat graven in zijn herinnering om de vraag te kunnen beantwoorden. ‘do you remember?’. In de ritrieval fase komt er zinvolle en niet zinvolle informatie naar voren.
- Judgement: de respondent zal deze zinvolle en niet zinvolle informatie moeten filteren en moeten optellen om een antwoord te kunnen geven. Aan het eind van die judgement fase heeft de respondent een antwoord bedacht-> intern antwoord.
- Response: Dit is de fase waarin de respondent het antwoord geeft. Dit is niet altijd het antwoord wat de respondent voor zichzelf bedacht heeft. In deze fase gaat iemand bedenken ‘ga ik het eerlijke antwoord geven, of niet, ga ik er omheen draaien, ga ik er wat vanaf halen of er op tellen, wil de respondent wel antwoord geven.’.
survey
sociale onderzoekmethode waarin onderzoekers een groep individuen vraagt om een aantal vragen te beantwoorden.
primary data collection
wanneer onderzoekers hun eigen vragenlijst ontwerpen en uitvoeren.
secundary data collection
data verkrijgen van grote al eerder uitgevoerde onderzoeken.
self- administered questionnaire
vragenlijst via mail of online die direct uitgevoerd kan worden.
mode of administration
manier waarop vragenlijst wordt afgenomen.
closed- ended question
vraag waarop respondenten slecht en aantal antwoorden kunnen geven.
response categories
gegeven mogelijke antwoorden op een vraag.
open- ended question
brede interview vraag waarop de respondenten in eigen woorden antwoord kan geven op veel manieren en over veel onderwerpen.
mode effect:
manier waarop het soort vragenlijst invloed heeft op de antwoorden.
comprehension
mensen moeten de vraag begrijpen
judgement
in deze fase komen ook onnodige informatie/gedachten en herinneren naar boven. de respondent zal deze zinvolle en niet zinvolle informatie moeten filteren en moeten optellen om een antwoord te kunnen geven. Aan het eind van die judgement fase heeft de respondent een antwoord bedacht-> intern antwoord.
retrieval
de respondent gaat graven in zijn herinnering om de vraag te kunnen beantwoorden. in deze fase komt er zowel zinvolle als niet zinvolle informatie naar boven.
response
Dit is de fase waarin de respondent het antwoord geeft. Dit is niet altijd het antwoord wat de respondent voor zichzelf bedacht heeft. In deze fase gaat iemand bedenken ‘ga ik het eerlijke antwoord geven, of niet, ga ik er omheen draaien, ga ik er wat vanaf halen of er op tellen, wil de respondent wel antwoord geven.’.