Grand Lignes 2 havo vwo deel A chapter 2 vocab - words Flashcards
être en forme
fit zijn
la santé
de gezondheid
bon pour la santé
gezond
mauvais pour la santé
ongezond
important(e)
belangrijk
manger
eten
avoir faim
honger hebben
la viande
het vlees
qui
wie
comme
zoals
seulement
alleen maar
selon moi
volgens mij
parce que
omdat
le truc
het ding
la chose
het ding
penser
denken
rester
blijven
le cours
de les
l’élève m/v
de leerling
la fois
de keer
fit zijn
être en forme
de gezondheid
la santé
gezond
bon pour la santé
ongezond
mauvais pour la santé
belangrijk
important(e)
eten
manger
honger hebben
avoir faim
het vlees
la viande
wie
qui
comme
comme
alleen maar
seulement
volgens mij
selon moi
omdat
parce que
het ding
le truc / la chose
penser
penser
blijven
rester
de les
le cours
l’élève m/v
l’élève m/v
la fois
la fois
trop (de)
te veel
bouger
bewegen
je dors mal
ik slaap slecht
être de bonne humeur
in een goede bui zijn
faire de la natation
zwemmen
l’infirmière v
de verpleegster
le conseil
het advies
le repas
de maaltijd
le petit déjeuner
het ontbijt
le sucre
de suiker
presque
bijna
en plus
bovendien
parfois
soms
alors
dan
peut-être
misschien
je ne me sens pas bien
ik voel me niet goed
facile
makkelijk
malade
ziek
tard
laat
accro
verslaafd
fatigué(e)
moe
te veel
trop (de)
bewegen
bouger
ik slaap slecht
je dors mal
in een goede bui zijn
être de bonne humeur
zwemmen
faire de la natation
de verpleegster
l’infirmière v
het advies
le conseil
de maaltijd
le repas
het ontbijt
le petit déjeuner
de suiker
le sucre
bijna
presque
bovendien
en plus
soms
parfois
dan
alors
misschien
peut-être
ik voel me niet goed
je ne me sens pas bien
makkelijk
facile
ziek
malade
laat
tard
verslaafd
accro
moe
fatigué(e)
le temps
de tijd
pendant
tijdens / gedurende
dommage
jammer
aussi
ook
on ce moment
op dit moment
avoir lieu
plaatsvinden
apprendre
leren
sauver
redden
avoir mal
pijn hebben
savoir
weten
la cheville
de enkel
le bras
de arm
le pied
de voet
grâce à
dankzij
j’ai vu
ik heb gezien
derrière
achter
rien
niets
sauter
springen
la piscine
het zwembad
premier / première
eerste
de tijd
le temps
tijdens / gedurende
pendant
jammer
dommage
ook
aussi
op dit moment
on ce moment
plaatsvinden
avoir lieu
leren
apprendre
redden
sauver
pijn hebben
avoir mal
weten
savoir
de enkel
la cheville
de arm
le bras
de voet
le pied
dankzij
grâce à
ik heb gezien
j’ai vu
achter
derrière
niets
rien
springen
sauter
het zwembad
la piscine
eerste
premier / première
la tête
het hoofd
l’oreille v
het oor
l’oeil m
les yeux
le nez
de neus
la bouche
de mond
le ventre
de buik
la jambe
het been
le genou / les genoux
de knie / de knieën
attendre
wachten
entrer
binnenkomen
la gorge
de keel
l’épaule
de schouder
le dos
de rug
la main
de hand
les doigts
de vingers
le docteur / le mèdecin
de dokter
tomber
vallen
terrible
vreselijk
sûrement
zeker
sans doute
ongetwijfeld
les fesses v mv
de billen
les doigts de pied
tenen
het hoofd
la tête
het oor
l’oreille v
les yeux
l’oeil m
de neus
le nez
de mond
la bouche
de buik
le ventre
het been
la jambe
de knie / de knieën
le genou / les genoux
wachten
attendre
binnenkomen
entrer
de keel
la gorge
de schouder
l’épaule
de rug
le dos
de hand
la main
de vingers
les doigts
de dokter
le docteur / le mèdecin
vallen
tomber
vreselijk
terrible
zeker
sûrement
ongetwijfeld
sans doute
de billen
les fesses v mv
tenen
les doigts de pied
le corps
het lichaam
l’homme m
de man / de mens
le chien
de hond
le chat
de kat
la nuit
de nacht
la distance
de afstand
jusqu’à
tot
voir
zien
par contre
daarentegen
mieux
beter
la vitesse
de snelheid
l’eau v
het water
le cœur
het hart
dormir
slapen
boire
drinken
avoir besoin de
nodig hebben
comparer
vergelijken
sans
zonder
longtemps
lang
environ
ongeveer
het lichaam
le corps
de man / de mens
l’homme m
de hond
le chien
de kat
le chat
de nacht
la nuit
de afstand
la distance
tot
jusqu’à
zien
voir
daarentegen
par contre
beter
mieux
de snelheid
la vitesse
het water
l’eau v
het hart
le cœur
slapen
dormir
drinken
boire
nodig hebben
avoir besoin de
vergelijken
comparer
zonder
sans
lang
longtemps
ongeveer
environ