Gevolg/conclusie Flashcards
1
Q
after all
A
tenslotte
2
Q
as a result
A
daarom
3
Q
consequently
A
met als gevolg
4
Q
hence
A
daarom, zodoende
5
Q
in short
A
kortom
6
Q
so
A
dus, daarom
7
Q
that’s why
A
daarom
8
Q
therefore
A
daarom
9
Q
thus
A
zo, op die manier, samenvattend