Basiswoorden Flashcards
in accordance with
in overeenstemming met, volgens
to judge from
te oordelen naar, volgens
in line with
in lijn met, volgens
to aim
richten op
to cause, a cause
veroorzaken, oorzak, een goed doel
it amounts to
het komt neer op
to approach
benaderen
to characterise
karakteriseren, typeren
to claim
stellen dat, beweren
it concerns
het gaat over
to contain
bevatten
(to) debate
debat
due to
dankzij, ten gevolge van
how does … relate to … ?
hoe verhoudt zich … tot … ?
to imply
impliceren
to prove
bewijzen
to provide
voorzien van
ancient
zeer oud, antiek
century
eeuw
modern
modern, van deze tijd
recent
pas gebeurd, recent
to achieve, achievement
(iets) bereiken, prestatie
advantage
voordeel
appropriate
geschikt
to benefit
voordeel hebben van
charitable
liefdadig, liefdadigheids-
charity
goed doel
to convince
overtuigen
credibility
geloofwaardigheid
to develop, development
ontwikkelen, ontwikkeling
effective
doeltreffend, effectief
to encourage
aanmoedigen
enhancement
vermeerdering, versterking
gifted
begaafd, intelligent
growth
groei
importance
belangrijkheid
to improve
verbeteren
to increase, an increate
vergroten, toename
populair
populair, geliefd
to profit from
voordeel hebben van
progress
vooruitgang