Geschiedenis politie Flashcards
Start van politie
FRANSE REVOLUTIE
1) Pre-verlichting
2) Verlichting
Belgisch politiebestel
1) Franse revolutie - het consulaat en het keizerrijk (18e-19e E)
2) Hollandse periode (19eE)
3) 1e fundamenten nationaal gecentraliseerd politiesysteem (Belgische onafhankelijkheid)
4) Verhoogde militarisering systeem openbare orde (19e-20e E)
5) Versterking nationaal en gemilitariseerd bestel (tot WOII)
6) Herstel politiebestel (na WOII)
7) Concurrentieel politiebestel (20e E)
8) Neoliberaal regime en machinale uitbouw (20e E)
9) Begin van nieuwe wending (PPI en PPII)
Franse revolutie- het consulaat en het keizerrijk
1) Franse revolutie: Napoleon
2) Republiek: kenmerken politiestaat; autonoom
3) Kenmerken (verschillende diensten; onderlinge conflicten)
4) Burgerlijke republiek (1794-1799; geen vertrouwen; directoire macht)
Tweedeling 1795
1) Administratieve politie (OOH; MvPol; politieke politie)
2) Gerechtelijke politie (misdrijven; OGP; Ministerie van justitie)
Politiekorpsen Franse periode
1) Corps de la gendarmerie nationale (militair korps)
2) Police municipale
3) Garde nationale (elite troep)
4) Surèté (la haute police)
Hollandse periode 1815-1830
1) MvJ!
2) La haute police
3) Politiestaat
Politiekorpsen Hollandse periode
1) Maréchaussée-korps (CG oorlog en justitie)
2) Lokale politie (gemeentelijke autonomie)
3) Garde Bourgeoise (gemeentelijk niveau)
1e fundamenten nationaal politiesysteem 1830-1885
1) ° België
2) Burgemeester
3) Conclusie: vraag; weerstand; controle; pleidooien gerechtelijke politie
Politiekorpsen 1830-1885
1) Gendarmerie Nationale
2) Gemeentepolitie
3) Garde Bourgeoise
4) Leger (intern!; 1834; 1836)
5) Surèté
Gemeentelijke autonomie 1836
1) Wet
2) Compromis
3) Kenmerk centraal bestuur
4) 1842
5) Nu?
Verhoogde militarisering 1886-1914
1) Context: BSP; 1886; groei
2) Periode van Daens
3) Conclusie: 1904; staatsveiligheid; volksleger
Politiekorpsen 1886- 1914 (periode Daens)
1) Gendarmerie (basis RW)
2) Leger (weg van OOH)
3) Burgerwachten
4) Landelijke politie (ruraal; 1886)
5) Gemeente politie
6) Gerechtelijke politie pleidooi (1886 - 1892)
Gemeentelijke autonomie 1886-1914
Impact burgemeester op politie (bvh gemeenteraad; vorderingsbvh)
Versterking nationaal politiesysteem 1914-1940
1) Oorlogssituatie
2) Interbellum
3) Politie tijdens WOII
4) Einde WOII
5) Conclusie: burgerwachten; leger; gendarmerie/RW; GPP; staatsveiligheid
Politiekorpsen 1914-1940
1) Gendarmerie/RW (‘30; 1913; 1919)
2) Leger
3) Openbare veiligheid (‘20<=>’30; ADIV)
4) Gemeentepolitie (1934)
5) Burgerwachten (1933-1936)
6) Landelijke politie (1919;1924)
7) GPP (1919; 1922; 1923; 1929)
Herstel politiebestel 1945-1959
1) Context
2) Woelige periode voor politie (oorlog; koningskwestie; Lahaut; scholenkwestie; taalkwestie)
3) Conclusie: politieoorlog; leger
Politiekorpsen 1945-1959
1) RW (extreem rechts; 1957)
2) Openbare veiligheid/Staatsveiligheid (1952; binnen- en buitendiensten)
3) Gemeentepolitie (1954)
4) Landelijke politie (1952)
5) GPP (specialisaties; problemen RW en beheersbvh; 1956)
Concurrentieel politiebestel 1960-1981
1) Woelige periode (concurrentie; eenheidswet; 1966; 1973)
2) Context (politieoorlog)
3) Conclusie (Commissie Wijninckx; politieoorlog oplossingen)
Politiekorpsen 1960-1961
1) RW (5 lagen)
2) GPP (uitbreiding)
3) Gemeentepolitie (1971-1976; samenvoeging met landelijke politie)
4) Openbare veiligheid (organogram)
Neoliberaal regime 1981-1987
1) Context (heizeldrama, CCC, Bende van Nijvel)
2) Vette jaren gemeentepolitie (insiders-outsiders; IPZ)
3) Maatregelen vanuit regering (kwant; 1987)
4) GPP
Pinksterplan I (PPI) 1988-1989
1) Begin van een wendig (1991; parlementaire commissies)
2) Tobback: PPI
3) Voornaamsten commissie Bourgeois (1990; politieoorlog)
4) Pinksterplan: kwal maatregelen; 1990
10 puntenplan PPI 1990
1) Herwaardering gemeentepolitie
2) Demilitarisering RW (1991; 1992)
3) Wet staatsveiligheid
4) Herstructurering GPP
5) 1 Wet politiefunctie (1992)
6) Vijfhoeksoverleg (wie?; veiligheidscharter)
7) Creëren van gemeenschappelijke dienst (wetenschappelijke politie; 1994)
8) Deontologische code (1998; 2000)
9) Controle 1991 (comité P en I)
10) Dienst strafrechtelijk beleid (DSB = ASPD)
Pinksterplan II (PPII) 1992
1) Focusverschil PPI en PPII
2) Contract met burger (BOA’s; politiecafés)
3) Van preventie- naar veiligheidscontracten
4) Veiligheids- en samenlevingscontracten (spanningsveld)
5) Conclusie (MvBiZa; Dutroux; COP)
Historische roots politiestructuur
1) Zaak Dutroux
2) Witte mars
3) Wantrouwen
4) Octopusoverleg