Belgische politie vandaag Flashcards
Structuur Belgische politie
1) Basisbronnen (WGP; WPA)
2) Algemene bepalingen (octopusakkoord; autonomie)
3) Belgische staat (scheiding der machten
4) Functionele band
KADER!!
Lokale politie
2 donkerblauwe + 1 lichtblauwe strepen
1) Structuur (WGP)
2) Taken (bestuurlijke <=> gerechtelijke)
3) Sturing (3 niveaus): KADER
4) Bevoegdheden (WPA; OBP; Wet VH)
Basis politiezorg PLP 10
1) Wijkwerking
2) Onthaal
3) Interventie
4) Lokale opsporing en onderzoek
5) Politionele slachtofferbejegening
6) Handhaving OOH
7) Verkeer
Sturende actoren lokale politie
1) Burgemeester (OBP)
2) Korpschef
3) Politiecollege
4) Politieraad
5) Onderzoeksrechter
6) Procureur des Konings
Federale politie
2 lichtblauwe + 1 oranje strepen
1) Structuur (organogram)
2) Taken
3) Sturing (kader)
4) Bevoegdheden (alg. directies; FGP’s; CSD’s)
Diensten CSD’s
1) CIC
2) AIK
Actoren federale politie
1) Commissaris-generaal
2) Bestuurlijke directeur
3) Gerechtelijke directeur
4) ARRO
5) LTF
Geïntegreerde werking van politie
1) Verzekert door
2) Wat zorgt voor eenheid?
3) Zonale veiligheidsraad
Beleidsafstemming
3 plannen
kader!
C.O.P.
= art 1 WGP
1) Externe gerichtheid
2) Probleemoplossend
3) Bekwame betrokkenheid
4) Partnerschap
5) Verantwoordelijkheid / verantwoording