geschiedenis 6.2 Flashcards
begrippen
1
Q
burgemeester
A
hoogste bestuurder van een stad
2
Q
burgerij
A
alle burgers
3
Q
gewest
A
provincie
4
Q
keur
A
stadswet
5
Q
raadhuis
A
gebouw van het stadsbestuur
6
Q
Nederlanden
A
(lage landen) gewesten in Nederland, België en Luxemburg
7
Q
schepen
A
bestuurder en rechter in een stad
8
Q
stadsrecht
A
privilege van een stad
9
Q
tijd van steden en staten
A
vierde tijdvak (1000-1500)
10
Q
vroedschap
A
groep van aanzienlijke burgers die het stadsbestuur adviseerde en controleerde