geschiedenis 4.1 Flashcards
1
Q
atheïst
A
iemand die niet in een god gelooft
2
Q
driemachtenleer
A
theorie over drie onderdelen van de macht van een overheid: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht
3
Q
indirecte belasting
A
belasting die wordt betaald door aankoop van producten
4
Q
mensenrechten
A
rechten van alle mensen
5
Q
rationeel
A
met het verstand ( de rede )
6
Q
rechtsstaat
A
staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden
7
Q
standemaatschappij
A
maatschappij waarin de bevolking is verdeeld in standen met eigen rechten en plichten
8
Q
tijd van pruiken en revoluties
A
zevende tijdvak ( 1700- 1800 )
9
Q
verlichting
A
beweging van mensen die het gebruik van het verstand willen bevorderen
10
Q
westers
A
West-Europees en Noord-Amerikaans