geschiedenis Flashcards

begrippen

1
Q

checks and balances

A

checks > controle
balances > machtsevenwicht
=> geen machtsmisbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorwaarden om Amerikaanse president te worden

A
  • geboren in VS
  • minimum 35 jaar
  • tenminste 14 jaar in VS gewoond
    (- rijk zijn) > sponsers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

primary

A

voorverkiezing om in het geheim je stem uit te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

caucus

A

voorverkiezing om bij een soort discussieavond om je stem uit te brengen en hun staatsvertegenwoordiger te kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Super Tuesday

A

wnr grootste aantal Amerikaanse staten hun voorverkiezingen houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

convention

A

vierjaarlijkse bijeenkomst om presidentskandidaten te nomineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

running mate

A

kandidaat voor de 2e positie > vicepresident

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kiesmannen

A

lid van kiescollege die uiteindelijk de president van kiest voor hun staat
> indirect kiessysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

situeren in RUIMTE

A

maritiem
continentaal: op land, continent
mondiaal: wereld
regionaal: deel van continent
lokaal: stedelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rol Napoleon overgang naar moderne tijd

A

absolutisme > ontstaan democratie
standenmaatschappij > gelijkheid voor wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kadaster

A

overzicht wie welk ontroerend goed heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Raad van State

A

instelling van overheid die raad geeft aan regering + waar je als burger klachten kunt indienen tegen de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rekenhof

A

houdt de uitgaven van de staat in de gaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Code Civil

A

burgerlijk wetboek AK 90
voor conflicten tussen burgers, dezelfde wetboeken in heel zijn gebied, MAAR geen gelijkheid voor vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Concordaat van Napoleon

A

verdrag dat Napoleon boven de paus staat
- priesters worden verkozen
- bezittingen genationaliseerd
scheiding kerk-staat > je mag scheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nepotisme

A

vriendjespolitiek, familie/vrienden krijgen gebieden of functies

17
Q

Legion d’Honneur

A

eremedaille, hoogste titel als burger

18
Q

economische gevolgen Napoleon

A
  • decimaal stelsel
  • suikerriet > suikerbiet
  • koffiebonen > chicorei
  • nationale bank
  • Kamers van Koophandel (VOKA)
    = infopunt ondernemers
19
Q

culturele gevolgen Napoleon

A
  • onderwijs: staatsschool, leerplicht jongens
    en in technische investeren > IR, leger
  • gezondheidszorg > vaccins
  • propaganda > kunst geplunderd na oorlog
20
Q

Congres van Wenen (1814-1815)
wat?
doel?

A

= bijeenkomst grootmachten (Rus, GB, Oost, Pr)
= herstel
- bestuurlijk > legitimiteitsprincipe (wettig aan de macht)
- territoriaal > vrede door machtsevenwicht

21
Q

Hoe vermijden dat Frankrijk zich uitbreidt?

A
  • bufferstaten
  • oprichten Heilige Alliantie > grootmachten behalve GB
22
Q

tevredenheid Willem op 3 domeinen

A

politiek: verlicht absolutisme > “alles VOOR het volk, niks DOOR het volk” > rijken boos

eco: Z betaalt meer staatsschuld dan N :(
verbeterde infrastr. (havens) :)
handelsmaatschappij :)

cul: Vlaanderen > moet Nederlandstalig
> gewone volk :), rijken :(
censuur > liberalen :(
godsdienstvrijheid + staatsscholen :)

23
Q

Monsterverbond

A

union des oppositions:
katholieken en liberalen <=> Willem
Z <=> N > wij-zij denken

24
Q

Wat wilden de Belgische revolutionairen bereiken?

A

gewone volk: prijzen eten dalen
rijken: politieke macht (vrijheid, gelijkheid)

25
Belgische revolutie | oorzaken, aanleiding, gevolgen
oorzaken: ontevred. + koppigheid w aanleiding: opera > rijken opgehitst op straat > volk ook op straat door hongersnood (septemberdagen; stelen bij rijken) bed. gevolg: W moet toegeven aan volk onbed. gevolg: voedselrellen > plunderen
26
Potter
kritiek W > in gevangenis > nog steeds kritiek > verbannen
27
onze onafhankelijkheid | voorwaarde, Ned, verdrag
vw: eeuwige neutraliteit, bescherming Fr en GB Ned weigerde te tekenen > 10 daagse veldtocht (Fr) Verdrag 24 artikelen > schadevergoeding: G-H-Lux, doorgang nr Noordzee, Ned Limburg
28
veranderingen sinds grondwet (1831)
cijnskiesrecht > AES (algemeen enkelvoudig stemrecht) WOI > mannen, WOII > vrouwen eenheidsstaat > federale staat (6 regeringen + Parlement)
29