défi 1 - vocabulaire Flashcards
1
Q
une annonce
A
een zoekertje
2
Q
un appartement
A
een appartement
3
Q
une baignoire
A
een bad
4
Q
la banlieu
A
de voorstad
5
Q
la campagne
A
het platteland
6
Q
une cave
A
een kelder
7
Q
le centre-ville
A
het stadscentrum
8
Q
une chambre à coucher
A
een slaapkamer
9
Q
un château
A
een kasteel
10
Q
une cheminée
A
een haard
11
Q
une entrée
A
een ingang
12
Q
l’extérieur
A
de buitenkant
13
Q
une ferme
A
een boerderij
14
Q
une habitation
A
een woning
15
Q
un immeuble
A
een appartementsgebouw
16
Q
l’intérieur
A
het interieur, de binnenkant
17
Q
un living
A
een living
18
Q
un loft
A
een loft
19
Q
un logement
A
een woning
20
Q
une maison dans une rangée
A
een rijhuis
21
Q
une maison individuelle
A
een losstaand huis
22
Q
une maison jumelée
A
een halfopen bebouwing
23
Q
le marché de l’immobilier
A
de vastgoedmarkt
24
Q
la périphérie
A
de standsrand
25
une pièce
een ruimte, een kamer
26
un placard
een wandkast
27
un quartier résidentiel
een residentiële wijk
28
le rez-de-chaussée
het gelijksvloers
29
une salle à manger
een eetkamer
30
une salle de bain(s)
een badkamer
31
un salon
een salon
32
un séjour
een living
33
une serrure
een slot
34
une surface
een oppervlakte
35
des toillettes séparées
een apart toilet
36
une vue
een uitzicht
37
déménager
verhuizen
38
introduire
invoeren
39
louer
huren
40
rénover
renoveren
41
se situer
zich bevinden, gesitueerd zijn
42
campagnard(e)
landelijk
43
classique
klassiek
44
contemporain(e)
hedendaags
45
équipé(e)
uitgerust met
46
exotique
exotisch
47
exposé(e) à
gericht op
48
impeccable
onberispelijk, perfect
49
industriel(le)
industrieel
50
lumineux, lumineuse
licht
51
luxueux, luxueuse
luxueus
52
moderne
modern
53
rustique
rustiek
54
spacieux, spacieuse
ruim
55
traditionnel(le)
traditioneel
56
être entouré de
omringd zijn door
57
habiter en périphérie
in de rand wonen
58
sans vis-à-vis
zonder inkijk
59
des affaires
spullen
60
une affiche
een affiche
61
un balcon
een balkon
62
une bibliothèque
een bibliotheek, een boekenkast
63
un buffet
een dressoir
64
un canapé
een zetel
65
un coussin
een kussen
66
une couverture
een deken
67
la décoration
de decoratie
68
un endroit
een plaats, een ruimte
69
un espace de détente
een ontspanningsruimte
70
un fauteuil
een armstoel
71
un instant
een ogenblik
72
un investissement
een inverstering
73
un lampadaire
een schemerlamp
74
un, une locataire
een huurder, huurster
75
la location
de verhuur
76
un matelas
een matras
77
un meuble
een meubel
78
un miroir
een spiegel
79
le mobilier
het meubilair
80
une peinture
een schilderij
81
un rideau
een gordijn
82
le sol
de vloer
83
une table à manger
een eettafel
84
une table basse
een salontafel
85
un tableau
een schilderij
86
un tapis
een tapijt
87
une toile
een doek, een schilderij
88
un vase
een vaas
89
afficher
tonen, afficheren
90
agir
handelen
91
décorer
decoreren
92
déplacer
verplaatsen
93
s'empiler
zich opstapelen
94
habiller
aankleden
95
investir
investeren
96
peindre
schilderen
97
se ressembler
lijken op elkaar
98
clair(e)
licht, helder
99
décoratif, décorative
decoratief
100
épais(se)
dik
101
foncé(e)
donker
102
vif, vive
levendig
103
à l'aise
op zijn gemak
104
se sentir chez soi
zich thuis voelen
105
un appareil électroménager
een huishoudtoestel
106
une coiffeuse
een kaptafel
107
un decorateur d'interieur
een interieurdecorator
108
l'éclairage
de verlichting
109
une lampe de table
een tafellamp
110
une lave-vaissele
een vaatwasmachine
111
un lit
een bed
112
un loyer
een huur
113
une personnalité
een persoonlijkheid
114
une piscine extérieure
een buitenzwembad
115
un porte-manteau
een kapstok
116
un pouf
een poef
117
un style
een stijl
118
ambitieux, ambitieuse
ambitieus
119
citron
citroenkleurig
120
discret, discrète
discreet, onopvallend
121
impulsif, impulsive
impulsief (dingen doen zonder na te denken)
122
marron
kastanjebruin
123
perfectionniste
perfectionistisch
124
ponctuel(le)
stipt
125
prudent
voorzichtig
126
réfléchi(e)
bedachtzaam
127
romantique
romantisch
128
superficiel(le)
oppervlakkig
129
avoir les pieds sur terre
met beide voeten op de grond staan
130
être de bonne humeur
goedgehumeurd zijn
131
être de mauvaise humeur
slechtgehumeurd zijn