défi 1 - vocabulaire Flashcards
une annonce
een zoekertje
un appartement
een appartement
une baignoire
een bad
la banlieu
de voorstad
la campagne
het platteland
une cave
een kelder
le centre-ville
het stadscentrum
une chambre à coucher
een slaapkamer
un château
een kasteel
une cheminée
een haard
une entrée
een ingang
l’extérieur
de buitenkant
une ferme
een boerderij
une habitation
een woning
un immeuble
een appartementsgebouw
l’intérieur
het interieur, de binnenkant
un living
een living
un loft
een loft
un logement
een woning
une maison dans une rangée
een rijhuis
une maison individuelle
een losstaand huis
une maison jumelée
een halfopen bebouwing
le marché de l’immobilier
de vastgoedmarkt
la périphérie
de standsrand
une pièce
een ruimte, een kamer
un placard
een wandkast
un quartier résidentiel
een residentiële wijk
le rez-de-chaussée
het gelijksvloers
une salle à manger
een eetkamer
une salle de bain(s)
een badkamer
un salon
een salon
un séjour
een living
une serrure
een slot
une surface
een oppervlakte
des toillettes séparées
een apart toilet
une vue
een uitzicht
déménager
verhuizen
introduire
invoeren
louer
huren
rénover
renoveren
se situer
zich bevinden, gesitueerd zijn
campagnard(e)
landelijk
classique
klassiek
contemporain(e)
hedendaags
équipé(e)
uitgerust met
exotique
exotisch
exposé(e) à
gericht op
impeccable
onberispelijk, perfect
industriel(le)
industrieel
lumineux, lumineuse
licht
luxueux, luxueuse
luxueus
moderne
modern