Geschiedenis Flashcards

1
Q

Psychologie

A

Wetenschap van gedrag en mentale processen.

In het oud grieks: studie van de geest. (psyche=geest ologie=gebied van de studie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bias

A

Vooroordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intern proces

A

Geestelijke processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Extern proces

A

Waarneembare processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pseudopsychologie

A

Niet onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Structuralisme

A

Historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de geest en de gedachten willen begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Psychodynamische psychologie

A

Processen in onze onbewuste geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Psychiatrie

A

Een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van mentale stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Functionalisme

A

Historische stroming binnen de psychologie die meende dat psychologie zich moet focussen op de functie van het bewustzijn en niet op de structuur van het bewustzijn. Dus: hoe we psychologie konden toepassen om de wereld te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Neurowetenschap

A

Het vakgebied dat zich richt op het begrip van hoe hersenen gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sociocultureel Perspectief

A

Stelt het idee van sociale invloed centraal. Ze leggen de nadruk op het belang van sociale interactie, sociaal leren en cultureel perspectief. De situatie bepaalt het gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Biologisch perspectief

A

Het lichaam kan apart van de geest worden bestudeerd.

-Zenuwstelsel
-Hormoonstelsel
-Geneticia
-Fysieke Kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontwikkelingsperspectief

A

Nadruk op ontwikkeling en voorspelbare verandering
door interacties tussen erfelijke eigenschappen (nature) en omgeving (nurture)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cognitief perspectief

A

Bestuderen iemands unieke patroon van waarnemingen, interpretaties, verwachtingen, overtuigingen en herinneringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behavioristisch perspectief

A

Psychologie moet de wetenschap van observeerbaar gedrag zijn, niet van mentale processen.

oorzaak-gevolg

gedrag wordt bepaald door de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Whole person perspectief- Psychodynamische psychologie

A

Persoonlijkheid en psychische stoornissen komen voor uit processen in het onbewuste.
(Sigmund Freud)

17
Q

Whole person perspectief- Humanistische psychologie

A

Psychologie moet de nadruk leggen op menselijke groei en potentieel in plaats van op psychische stoornissen. De mens heeft een aangeboren behoefte om te groeien en het potentieel zo goed mogelijk te verwezenlijken. (Carl Rogers en Abraham Maslow)

18
Q

Whole person psychologie- Psychologie van karkatertrekken en temperament

A

Individuen kunnen worden begrepen in termen van hun temperament en karaktertrekken die in alle tijd en situaties consistent zijn. (de oude grieken)

19
Q
A
20
Q
A