Biopsychologie Flashcards

1
Q

Biospychologie

A

Specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie, gedrag en de omgeving bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Autosoom

A

Een chromosoom dat geen geslachtschromosoom is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Plasticiteit

A

Vermogen van het zenuwstelsel om zich aan te passen of te veranderen. Dankzij plasticiteit kunnen we leren door ervaring en is het zenuwstelsel in sommige gevallen in staat fysieke beschadigingen te compenseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Genen

A

Stukjes van een chromosoom waarin de codes voor de erfelijke lichamelijke en psychische eigenschappen van een organisme zijn opgeslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chromosomen

A

Lange dunne en spiraalvormige draad waarlangs de genen zijn gerangschikt als de kralen van een ketting. Chromosomen bestaan voornamelijk uit DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Histoon

A

Een specifiek eiwit waar het DNA zijn spiralen omheen wikkelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schakelcel

A

Zenuwcel die boodschappen van het ene type zenuwcel doorgeeft aan een ander type en vooral voorkomt in de hersenen en het ruggenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Epigenoom

A

Een reeks chemische codes die ‘aanvullende informatie’ op het DNA vormen. Het epigenoom is flexibel en past zich aan de omgeving en ervaring aan door genen ‘aan’ of ‘uit’ te zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Axon

A

De lange uitloper van een zenuwcel die de informatie vanuit het cellichaam naar de eindknopjes vervoert. De informatie verplaatst zich in de vorm van een elektrische lading.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cerebellum

A

Ook wel kleine hersenen genoemd. Ze bevinden zich in het achterste gedeelte onder de hersenen en zijn onder andere betrokken bij het coördineren van bewegingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Limbisch Systeem

A

Een groep hersenstructuren in de grote hersenen die betrokken zijn bij emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Visuele Cortex

A

Het deel van de occipitale kwab (achterhoofd) van de hersenen dat betrokken is bij de visuele waarneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Occitipaalkwab

A

Ligt aan de onderkant van de hersenen en herbergt deel van de visuele cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Temporaalkwab

A

Hersenkwab die geluid verwerkt inclusief taal. Speelt waarschijnlijk ook een rol bij opslag van langdurige herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pariëtaalkwab

A

Ligt bovenin en achterin de hersenen en houdt zich bezig met tastzin en het waarnemen van ruimtelijke relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Frontaalkwab

A

Ligt voorin de hersenen en speelt met name een rol bij beweging, het denken en de persoonlijkheid.

17
Q

Sensorisch neuronen

A

Zenuwcel die boodschappen van sensorische receptoren naar het centrale zenuwstelsel verstuurt.

18
Q

Motorische neuronen

A

Zenwucel die boodschappen van het centrale zenuwstelsel naar de spieren en/of klieren verstuurt.