gemaakte fouten tentamens Flashcards
HU waarde infectiestenen
onder 1000 HU
op BOZ geen steen maar op blanci CT wel
- urinezuursteen (radiolucent: niet te zien op BOZ wel op CT, HU onder 400)
- pH meten om diagnose te bevestigen: bij urinezuursteen pH5-6
- ter behandeling en recidief voorkomen: urine alkaliniseren tot urine pH rond 7
- andere klacht die pt kan hebben: jicht
hormonen hypofyse achterkwab
vasopressine, oxytocine
hormonen hypofyse voorkwab
ACTH, LH, FSH, prolactine, GH, TSH
mogelijke oorzaken primaire bijnierschorsinsufficiëntie
- autoantistoffen gericht tegen bijnierschorscellen
- tuberculose
- dubbelzijdige bijniermetastasering
verschillen tussen T3 en T4
- moleculaire structuur: T3 heeft 3 jodiumatomen, T4 heeft 4 jodiumatomen
- biologische activiteit: T3 is het biologische actieve hormoon, T4 is het pro-hormoon
- voornaamste bron: T4 komt uit schildklier, T3 wordt voornamelijk gevormd door omzetting in perifeer weefsel (vooral in lever)
schildklierfysiologie zwangerschap
- schildklier wordt gestimuleerd o.i.v. hCG; meer productie schildklierhormoon; hierdoor reductie TSH
- stijging TBG, dus meer gebonden T4 (totaal T4)
- meer verbruik door placenta, foetale behoefte, binding aan T4
Hoewel T3 het biologisch actieve schildklierhormoon is, correleert het vrij T4 (FT4) beter met TSH secretie dan (vrij) T3. Geef kort aan waarom dit is
T4 wordt preferentieel opgenoen in de hypofyse en daar lokaal omgezet in T3
effect activerende mutatie GNAS gen
verhoogde cAMP productie
aangedane gebieden hersenen Alzheimer
- hippocampus
- frontaalkwabben
- occipitaalkwabben
genetische mutaties hypofyse adenomen
G-eiwitten
mozaïek lijnen
M Paget
voorloper laesie
C-cel hyperplasie
primair hyperaldosteronisme
* effect bijnier
* insluitels in voor productie aldosteron verantwoordelijke cellen
* waarom geen atrofie bij aldosteron producerend bijnieradenoom
- hyperplasie beiderzijds
- spironolacton bodies
- geen suppressie van ACTH
mutatie folliculair schildkliercarcinoom
PAX8/PPARG fusie
zachte niersteen
struviet
leefstijladviezen calciumoxalaat stenen
- Drink minimaal 1.5 liter vocht per dag. Een hoger urine volume betekent lagere concentraties van steenvormende substanties en hogere kans op wegspoelen van kristallen.
- Vermijdt voedingsmiddelen die een hoog oxalaat gehalte hebben (spinazie, rabarber, sterke thee, pure chocola etc.). Hierdoor neemt het
oxalaat gehalte in de urine af. - Vermijdt een overmatige inname van dierlijke eiwitten. Dierlijke eiwitten vormen een zuurbelasting en zorgen voor een hoger urine calcium gehalte en lage urine citraat gehalte.
- Vermijdt overmatige inname van zout. Hoge zoutinname is verbonden aan een hoog urine calcium gehalte.
- Zorg voor voldoende inname van fruit en groente. Fruit en groente (maar dan wel die zonder oxalaat) vormen een alkali belasting, verlagen
het urine calcium gehalte en verhogen het urine citraat gehalte. - Zorg voor een normale calcium inname. Een te lage inname resulteert in overmatige oxalaat resorptie in de darmen en daarmee een hoger oxalaat gehalte van de urine en geeft risico op botmineraal verlies. Een hoge calcium inname geeft risico op een hoog urine calcium gehalte.
aandoeningen waarbij hypercalciëmie kan voorkomen
- Hyperparathyreoidie (primair, tertiair)
- Sarcoïdose
- Familiaire Hypocalciurische
- Hypercalcemie
- Botmetastasen
- Hyperthyreoïdie
- Gebruik van thiazide diuretica
- Bedlegerigheid
processen botvorming
- intramembraneuze botvorming: directe botvorming door osteoblasten, vorming schedel en sleutelbeen
- endochondrale botvorming: vervanging van kraakbeen door bot, vorming bijna alle botten
factoren toename zorgkosten NL
- vergrijzing
- technologische vooruitgang
- inflatie
- leefstijl
- milieu/klimaat
relevantie mechanistem bloeddrukregulatie autonoom zenuwstelsel
- chronotropie
- inotropie
- arteriële vasomotiliteit
bijnierschors (buiten naar binnen)
- zona glomerulosa: aldosteron
- zona fasciculata: cortisol (glucocorticoïden)
- zona reticularis: geslachtshormonen (oestrogenen en androgenen)
aantonen primaire bijnierschorsinsufficiëntie
ACTH stimulatietest
‘steuncel’ in bijniermerg
sustentaculaire cel