Gastles A&O: Evidence-based Managment Flashcards

1
Q

Evidence based managment

A

= Het bewuste, expliciete en oordeelkundige gebruik van de best beschikbare evidentie vanuit verschillende bronnen om de kans op een gunstige uitkomst te maximaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Struikelblokken evidence based managment

A

• EBM ondermijnt formele autoriteit
• EBM beperkt de vrijheid(sgraden) in het
beslissingsvormingsproces
• Vaak wordt snelheid eerder dan kwaliteit beloond
• Gevoel dat ervaring en eigen oordeel er niet toe doen (FOUT)
• Voorkeur voor rages en quick fixes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fasen

A
  1. Intake: wat is het probleem?
  2. Strategie: Wat weten we al en wat willen we nog weten
  3. Onderzoek: testen van werkhypothesen
  4. Indicering: voorstel van oplossing
  5. Advies: onderhandelingsfase met cliënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

A’s van evidence-based medicine

A
  1. Ask = kijken wat het probleem is
  2. Acquire = evidentie verzamelen
  3. Appraise = je kan evidentie uit
    verschillende bronnen krijgen, dus je moet
    die wegen en dan samenbrengen
  4. Apply = iets toepassen
  5. Assess = testen of je behandeling
    heeft gewerkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Extra A evidence based managment

A

Aggregate = verschillende bronnen samenvoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bronnen van evidentie

A

o Wetenschappelijke literatuur
o Professionals
o Organisatiedata
o Stakeholders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wetenschappelijke literatuur

A
  • wetenschappelijke methode (= systematiek)
  • peer review
  • replicatie (essentieel in wetenschappelijk oz)
  • wetenschap is cumulatief ( gaat niet om de ‘waarheid’)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hiërarchie of evidence

A

Meta-analyses
RCT
Cohortestudies
Case control studies
Crossectioneel
case studies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Of een professional meer valide en betrouwbare informatie kan geven is afhankelijk van:

A
  1. Herhaling
  2. Mogelijkheid om directe, objectieve feedback te krijgen volgend op gedrag
  3. Voorspelbaarheid van werkomgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly