Fysiologische concepten Flashcards
Wat zijn de controllers in het ademhalingsregelsysteem? Waar liggen de controllers?
De respiratory-related neurons. Ze liggen in de medulla, pons en andere gebieden in de hersenstam
Wat zijn de karakteristieken van levende organismen?
- Hebben een bepaalde structuur, groeien en ze kunnen reproduceren
- Hebben interactie met de omgeving
- Passen zich aan aan een veranderende omgeving
Noem 4 functies van het circulatiesysteem.
- Distributie van opgeloste gassen moleculen voor voeding, groei en herstel
- Snelle chemische communicatie door middel van circulerende hormonen en neurotransmitters
- Afgifte van warmte
- Rol bij immuunsysteem: bemiddeling van ontstekingsreacties en immunologische afweerreacties.
Waar in het bloedvat is de flow het grootst?
In het midden van het bloedvat.
Maagsap heeft een pH van 2. Hoeveel keer meer H+-ionen t.o.v. OH-ionen zitten er in maagsap?
10.000.000.000. De pH en pOH zijn samen 14. De pH is hier 2, dus de pOH is 12. Er is een pH verschil van 10, dus 10^10 deeltjes.
Welke niet-bicarboinaat buffers vormen een gesloten systeem?
Ammonium buffer, creatinine buffer, fosfaat buffer, urinezuur buffer.