fysica Flashcards

1
Q

translatie / verschuiving

A

verbindingslijn tussen 2 punten van het voorwerp tijdens de beweging blijven evenwijdig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

draaiing / rotatie

A

alle punten van dat voorwerp cirkels beschrijven om 1 dezelfde jas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gemengde beweging

A

gelijktijdig verschuift en draait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

periode T

A

de duur van 1 omwenteling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

frequentie f

A

aantal omwentelingen een punt maakt per seconde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoek O/

A

een figuur met 2 benen & gemeenschappelijk begin punt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeksnelheid W

A

hoeveel hoek een punt aflegt per seconde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

baansnelheid V

A

hoeveel meter (baan) een punt aflegt per seconde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

centripetale kracht Fcp

A

de kracht die het punt naar het midden van de cirkel trekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ECB

A

een punt dat zich verplaatst op de cirkelboog aan een constante baansnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

centripetale kracht ( cirkel )

A

er moet op elk moment een kracht inwerken die het voorwerp naar het centrum van de cirkel duwt / trekt voor een cirkelvormige beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

elke vector heeft een

A
  • aangrijpingspunt
  • grootte
  • richting
  • vector
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly