frans mini-dialogue Flashcards
goeiedag, ik heb een afspraak met dhr. Denis.
Bonjour, j’ai rendez-vous avec M. Dennes.
is mevr. Michiels daar aub?
est-ce que Mme Michiels est là, s’il vous plaît?
om hoe laat hebt u een afspraak?
Vous avez rendez-vous à quelle heure?
wie mag ik aanmelden?
Qui puis-je annoncer?
ik zal hem / haar zeggen dat u er bent.
Je vais lui dire que vous êtes là.
ik verwittig dhr. Dennis van uw komst.
Je préviens M. Dennis de votre arrivée.
zou u even kunnen wachten?
Pourriez-voes patienter un instant?
Dhr. Dennis komt eraan.
M. Dennis arrive.
Dhr. Dennis is dadelijk bij u.
M. Dennis est à vous tout de suite.
aangename kennismaking
enchanté(e) de faire votre connaissance
ik ben blij u te ontmoeten.
je suis heureux de vous rencontrer.
hier is het onthaal
voici l’accueil
de personeelsdienst
le service du personnel
de kantoren
les bureaux
de werkplaats
l’atelier
de vergaderzaal
la salle de réunion
de lift
l’ascenseur
de toiletten
les toilettes
de directie
la direction
mijn collega is er vandaag niet.
mon collègue n’est pas là aujourd’hui.
zij heeft een dag vrijaf.
Elle a un jour de congé
volgt een cursus
suit une formation
heeft een vergadering elders
a une réunion à l’ extérieur
is op klantenbezoek
est allé(e) voir un client
is in vergadering
est en réunion
U mag daar naar het kantoortje aan de linkerkant gaan.
vous pouvez aller dans le petit bureau, là, à gauche
de lift bevindt zich aan het einde van de gang
l’ascenseur se trouve au bout du couloir
de personeelsdienst situeert zich op de tweede verdieping, aan de rechterkant
le service du personel se situe au deuwième étage, à droite.
ik ga u aan mijn collega’s voorstellen
je vais vous présenter à vos collègues
ik stel u Mario voor,
Je vous présente Mario
hij / zij komt vanaf vandaag bij ons team.
Il / Elle rejoindra notre équipe à partir d’aujourd’hui
wat is zijn / haar functie?
quelle est sa function?
Hervé werkt als zelfstandige
Hervé travaille comme indépendant.
Christian is bediende
Christian est employé
Wim werkt in de automobielsector
Wim travaille dans le sector automobile
ik werk bij de dienst naverkoop
Moi, je travaille au service après-vente
dit is mevr Mergan, zij houdt zich bezig met het onthaal
Voici, mme Mergan, elle s’occupe de l’accueil
een van zijn / haar taken is de telefoon beantwoorden
Une de ses tâches, s’est de répondre au téléphone
het afdelingshoofd is mevr Verbist
le chef de service est Mme Verbist
Vanessa werkt al meer dan tien jaar bij comtel
Vanessa travaille chez comtel depuis plus de dix ans
