engels thema 2 Flashcards
cyclist
fietser
driver
bestuurder
pedestrian
voetganger
passenger
passagier
police officer
agent
the brakes
de remmen
the headlights
de koplampen
a license plate
nummerplaat
a windshield
voorruit
a bonnet
een motorkap
a steering wheel
een stuur
a traffic signal, traffic light
een verkeerslicht
a tyre
een band
a boot
bagageruimte
a lorry
een vrachtwagen
an axle
de as van het wiel
a collision
botsing
a hazard
gevaar
an intoxicant
verdovende middelen
an intersection
kruispunt
to accelerate
versnellen
a driving lane
rijbaan
cycle lane, bike lane
fietspad
a pavement, sidewalk, footpath
voetpad
midian strip, a central reservation
midden berm
a traffic sign
verkeersbord
a camppost
lantarenpaal
a driveway
een oprit
a garage
een garage
a kreb, curb
stoeprand
motorway, superhighway
autosnelweg