Functies Flashcards

1
Q

Wat is een functie?

A

Een functie is een wiskundig model om een verband tussen twee variabelen weer te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de definitie voor een functie. Met andere woorden: waar moet een functie aan voldoen?

A

Een functie is een verband waarbij elk argument hoogstens één beeld heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet de grafiek van een eerstegraadsfunctie eruit?

A

Deze is steeds een rechte!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een eerstegraadsfunctie bestaat uit twee letters. Wat is de betekenis van b?

A

b is het snijpunt van de grafiek met de y-as!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een eerstegraadsfunctie bestaat uit twee letters. Wat is de betekenis van a?

A

a bepaalt de hellingshoek van de rechte.

Als a positief is dan is de grafiek stijgend, als a negatief is dan is de grafiek dalend. Is a nul dan hebben we een horizontale rechte!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de formule van een eerstegraadsfunctie!

A

f(x) = ax + b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stel dat je een grafiek krijgt en men vraagt om uit die grafiek de formule te bepalen. Hoe ga je te werk om het punt a te bepalen?

A
  1. Bepaal twee willekeurige punten op de grafiek. (x1, y1) en (x2, y2).
  2. a is dan gelijk aan:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef het functievoorschrift van een tweedegraadsfunctie!

A

f(x) = ax2 + bx + c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ziet de grafiek van een tweedegraadsfunctie eruit?

A

De grafiek van een tweedegraadsfunctie is een parabool!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stel je krijgt een grafiek van een tweedegraadsfunctie. Hoe kan je hieruit de nulwaarden aflezen?

A

De nulwaarden van zo een grafiek zijn de punten waarop de grafiek de x-as snijdt!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De nulpunten van een tweedegraadsfunctie kan je ook vinden aan de hand van een vergelijking. Welke?

Kan je deze vergelijking oplossen aan de hand van omvormen van formules?

A

Aan de hand van de tweedegraadsvergelijking, nl. :

ax2 + bx + c = 0

Neen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een tweedegraadsvergelijking kan je dus niet oplossen door de formule om te vormen. Wat kunnen we dan wel gebruiken?

A

De ‘abc-formule’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel nulpunten kan een tweedegraadsfunctie hebben?

A

Maximum twee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

We weten dat om een tweedegraadsvergelijking op te lossen we gebruik moeten maken van de zogenaamde ‘abc-formule’. We weten ook dat een tweedegraadsfunctie maximum twee nulpunten heeft.

Geef de ‘abc-formules’!

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Aan de hand van de ‘abc-formules’ kunnen we de nulpunten van een tweedegraadsvergelijking vinden. Wat bepaalt de waarde van b2 - 4ac?

Hoe noemen we b2 - 4ac?

A

De waarde van b2 - 4ac bepaalt het aantal oplossingen!

Als de waarde > 0, dan hebben we 2 oplossingen.

Als de waarde = 0, dan hebben we 1 oplossing.

Als de waarde < 0, dan is er geen oplossing.

b2 - 4ac noemen we de Discriminant!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nu we weten dat b2 - 4ac de discriminant is kunnen we de ‘abc-formules’ ook op een andere manier schrijven.

Hoe?

A
17
Q

Om tweedegraadsvergelijkingen op te lossen kan je dus best eerst iets berekenen. Wat?

A

De discriminant: b2 - 4ac