De Rationale getallen Flashcards

1
Q

In de wiskunde kennen we verschillende verzamelingen van getallen. Welke zijn de Rationale getallen?

A

Alle Gehele getallen (Z) plus alle breuken, maar niet alle decimalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De verzameling Rationale getallen heeft een afkorting in de vorm van een letter. Welke?

A

Q

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat verstaan we onder gelijke breuken?

Geef een voorbeeld!

A

Indien we de teller en de noemer van de breuk delen of vermenigvuldigen met hetzelfde getal, dan verandert de breuk niet.

2/3 = 4/6 = 8/12 = 16/24

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kunnen we breuken vereenvoudigen?

Geef een voorbeeld!

A

Door de grootste gemeenschappelijke deler te vinden en zowel teller als noemer hierdoor te delen.

72/63 = 8/7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bedoelen we met breuken gelijknamig maken?

Geef de 4 stappen om dit te doen!

A

Dit betekent de breuken schrijven als breuken met dezelfde noemer.

  1. Vereenvoudig de gegeven breuken, indien mogelijk.
  2. Neem het kleinst gemeenschappelijk veelvoud van de noemers als gelijke noemer.
  3. Bereken het quotiënt van het kgv en de noemer.
  4. Vermenigvuldig de teller met het gevonden quotiënt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe berekenen we de som of het verschil van breuken? Geef de 4 stappen.

Bereken onderstaand voorbeeld!

A
  1. Vereenvoudig de breuk.
  2. Maak de breuken gelijknamig.
  3. Maak de som/het verschil van de tellers en behoud de noemer.
  4. Schrijf het resultaat als een onvereenvoudigbare breuk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe berekenen we het product van breuken? Geef de 3 stappen!

Werk onderstaand voorbeeld uit!

A
  1. Vereenvoudig de breuken.
  2. Maak het product van de tellers en het product van de noemers.
  3. Schrijf het resultaat als een onvereenvoudigbare breuk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe gaan we te werk als we breuken willen delen? Geef de 3 stappen!

Werk onderstaand voorbeeld uit!

A
  1. Vereenvoudig de breuken.
  2. Vermenigvuldig de eerste breuk met het omgekeerde van de eerste breuk.
  3. Schrijf het resultaat als een onvereenvoudigbare breuk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Als we een getal tot een bepaalde macht gaan verheffen dan moeten we ook enkele regels onthouden. Werk onderstaande voorbeelden uit!

  • an* = ?
  • a-n* = ?
  • a0* = ?
A
  • an* = a . a . a . a . a . ….
  • a-n* = 1/an
  • a0* = 1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Als we een getal tot een bepaalde macht gaan verheffen dan moeten we ook enkele regels onthouden. Werk onderstaand voorbeeld uit!

23 = ?

A

23 = 2 . 2 . 2 = 8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als we een getal tot een bepaalde macht gaan verheffen dan moeten we ook enkele regels onthouden. Werk onderstaand voorbeeld uit!

(-2)4 = ?

A

(-2)4 = (-2) . (-2) . (-2) . (-2) = 16

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Als we een getal tot een bepaalde macht gaan verheffen dan moeten we ook enkele regels onthouden. Werk onderstaande voorbeelden uit!

  • (a . b)n *= ?
  • an . am *= ?
  • an/am *= ?
  • (an)m *= ?
A
  • (a . b)n *= an . bn
  • an . am *= an+m
  • an/am *= an-m
  • (an)m *= an.m
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly