Frans grammaire unite 3 Flashcards
1
Q
ik krijg
A
je reçois
2
Q
jij krijgt
A
tu reçois
3
Q
hij/zij krijgt
A
il/elle reçoit
4
Q
wij krijgen
A
nous recevons
5
Q
jullie krijgen
A
vous recevez
6
Q
zij krijgen
A
ils/elles reçoivent
7
Q
ik kreeg
A
je recevais
8
Q
jij kreeg
A
tu recevais
9
Q
hij/zij kreeg
A
il/elle recevait
10
Q
wij kregen
A
nous recevions
11
Q
jullie kregen
A
vous receviez
12
Q
zij kregen
A
ils/elles recevaient
13
Q
ik zal krijgen
A
je recevrai
14
Q
jij zult krijgen
A
tu recevras
15
Q
hij/zij zal krijgen
A
il/elle recevra