FORMING IMPRESSIONS OF OTHER PEOPLE Flashcards
Hoe snel vormen mensen indrukken van anderen en waarom is dit belangrijk?
Mensen vormen snel indrukken van anderen, zelfs na een eerste ontmoeting. Dit is belangrijk omdat deze indrukken bepalen hoe we ons voelen, handelen en communiceren over anderen. Het is een essentieel aspect van sociale cognitie.
Welke informatie is belangrijk bij het vormen van indrukken?
Volgens Asch’s (1946) configural model spelen centrale eigenschappen een grote rol, omdat ze een disproportionele invloed hebben op de uiteindelijke indruk.
Perifere eigenschappen hebben minder invloed.
Wat zijn centrale en perifere eigenschappen?
Centrale eigenschappen: Eigenschappen die intrinsiek samenhangen met andere eigenschappen en daarom nuttig zijn bij het vormen van een geïntegreerde indruk. Ze beïnvloeden ook de betekenis en relaties tussen andere eigenschappen.
Perifere eigenschappen: Eigenschappen met minder invloed op de uiteindelijke indruk.
Wat onderzocht Asch in zijn experiment over indrukvorming?
Asch liet studenten twee lijsten van zeven bijvoeglijke naamwoorden lezen, waarbij de lijsten alleen verschilden door het woord warm of koud.
Resultaat: De groep die het woord warm las, vormde een positievere indruk van de beschreven persoon dan de groep die koud las.
Het vervangen van warm/koud door beleefd/bot gaf veel minder verschil in indrukvorming.
Wat concludeerde Asch over centrale en perifere eigenschappen?
Warm/koud is een centrale eigenschap die de indrukvorming sterk beïnvloedt.
Beleefd/bot is een perifere eigenschap met minder invloed.
Centrale eigenschappen bepalen hoe andere eigenschappen worden waargenomen en geïntegreerd in een algemene indruk.
Hoe is warmte onderzocht als een fundamentele dimensie in sociale perceptie?
Onderzoeken (Cuddy, Fiske, & Glick, 2008; Kervyn, Yzerbyt, & Judd, 2010) bevestigen dat warmte een belangrijke dimensie is in sociale perceptie. Het is ook nauw verbonden met hoe mensen zich aan anderen hechten (Williams & Bargh, 2008).
Hoe werd Asch’s experiment gerepliceerd door Harold Kelley (1950)?
Kelley introduceerde een gastdocent met een beschrijving die ofwel het woord warm of koud bevatte.
De docent gaf identieke colleges, maar studenten die koud hoorden, beoordeelden hem negatiever (bijv. onsociaal, formeel, irritant).
Ze waren ook minder geneigd om vragen te stellen of te interageren.
Wat ondersteunt het gestaltperspectief in de context van indrukvorming?
Het gestaltperspectief stelt dat indrukken worden gevormd als geïntegreerde gehelen op basis van centrale kenmerken. Kelley’s experiment ondersteunt dit idee doordat centrale eigenschappen, zoals warm/koud, de algemene indruk en interactiegedrag sterk beïnvloeden.
Welke kritiek is er op het concept van centrale eigenschappen?
Critici vragen zich af hoe mensen bepalen dat een eigenschap centraal is. Gestalttheoretici stellen dat de centraliteit afhangt van de intrinsieke correlatie met andere eigenschappen, terwijl anderen beweren dat centraliteit contextafhankelijk is (bijv. Wishner, 1960; Zanna & Hamilton, 1972).
Waarom was warm/koud een centrale eigenschap in Asch’s experiment?
Warm/koud was onderscheidend van andere eigenschappen.
Het was semantisch gekoppeld aan de beoordelingsdimensies, zoals genereus en betrouwbaar.
Welke twee hoofddimensies gebruiken mensen om anderen te evalueren?
Goed/slecht sociaal (warmte): Bijvoorbeeld genereus, wijs, gelukkig, goedhartig, betrouwbaar.
Goed/slecht intellectueel (competentie): Bijvoorbeeld intelligent, vaardig, ijverig, vastberaden, praktisch, voorzichtig.
Hoe worden de dimensies goed/slecht sociaal en intellectueel anders genoemd?
Deze dimensies worden ook wel warmte en competentie genoemd (Cuddy, Fiske, & Glick, 2008; Fiske, Cuddy, & Glick, 2007).
Waarom is warm/koud duidelijk gekoppeld aan goed/slecht sociaal?
Eigenschappen zoals genereus, wijs, gelukkig en goedhartig zijn sociale eigenschappen en passen bij de dimensie goed/slecht sociaal, terwijl andere eigenschappen, zoals intelligent en vaardig, bij goed/slecht intellectueel horen.
BIASES IN FORMING IMPRESSIONS:
Primacy and recency
Wat beïnvloedt de indrukvorming bij het beschrijven van een persoon?
De volgorde waarin informatie wordt gepresenteerd, kan een grote invloed hebben op de uiteindelijke indruk. Dit wordt verklaard door de primacy- en recency-effecten.
Wat is het primacy-effect en hoe werd dit onderzocht door Asch?
Het primacy-effect houdt in dat vroege informatie een onevenredige invloed heeft op de uiteindelijke indruk.
Asch (1946) beschreef een persoon met zes eigenschappen: intelligent, ijverig, impulsief, kritisch, koppig en jaloers.
- Wanneer positieve eigenschappen eerst kwamen, werd de persoon positiever beoordeeld.
- Wanneer negatieve eigenschappen eerst kwamen, werd de persoon negatiever beoordeeld.
Mogelijke verklaringen:
Vroege informatie fungeert als centrale cues.
Mensen besteden meer aandacht aan eerdere informatie.
Wat is het recency-effect en wanneer treedt dit op?
Het recency-effect houdt in dat latere informatie meer invloed heeft dan eerdere informatie.
Dit effect treedt op in situaties zoals:
- Afleiding (bijvoorbeeld bij vermoeidheid of overbelasting).
- Gebrek aan motivatie om aandacht te besteden aan vroege informatie.
- Een latere prikkel, zoals het besef dat je met iemand moet samenwerken, waardoor je aandachtiger wordt.