formeel strafrecht week 4 Flashcards

1
Q

schadevergoeding slachtoffer

A

• Art. 51f-51g Sv
Stappenplan:
i) Het moet gaan om rechtstreekse schade die voortvloeit uit het strafbare feit ex 51f jo 361 Sv.
ii) De vordering dient ontvankelijk te zijn: er moet een straf of maatregel worden opgelegd, dan wel toepassing aan 9a Sr (361 lid 2)
iii) Voorts dient de vordering geen ‘onevenredige belas?ng’ van de strafzaak op te leveren ex 361 lid 3 Sv.

Wanneer de vordering complex is dan zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

horen getuigen

A

3 situaties
i) meenemen naar zitting (art. 287 lid 2; verdedigingsbelang)
Ex 260 (4) Sv wordt de verdachte bij dagvaarding gewezen op dat recht
ii) verzoek tot oproeping van getuigen gedaan voor de trz aan ovj (263 Sv, verdedigingsbelang)
Met betrekking tot een door de verdediging opgeven en door de officier van justitie opgeroepen getuige die niet is verschenen ter terechtzitting, is in art. 287, derde lid onder b, Sv bepaald dat die getuige hernieuwd wordt opgeroepen.
iii) verzoek tot oproeping van getuigen gedaan op de trz aan rechter; (art. 315; noodzaakscriterium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HR oproepen getuigen

A

Aan te leggen maatstaven

  • Verdedigingsbelang (art. 288 Sv)r.o. 2.5: het belang van de verdachte als de getuige iets kan verklaren dat van belang is voor de vragen van art. 348 en 350 Sv. De Officier van Justitie of de rechter kunnen weigeren een getuige op te roepen op de grond dat de verdachte daardoor redelijkerwijs niet in zijn verdediging wordt geschaad.
  • Noodzakelijkheidscriterium (315 Sv) r.o. 2.8 (strenger criterium): of de rechter het horen van getuigen noodzakelijk acht voor de volledigheid van het onderzoek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stappenplan al khawaja algemeen

A

Stap 1:

A heeft B niet kunnen ondervragen. Art. 6, lid 3 sub d EVRM geeft de verdachte het recht op getuigen op de zitting te (doen) ondervragen. Als de verdachte geen gebruik heeft kunnen maken van dit ondervragingsrecht dan levert het gebruik van de eerder afgelegde verklaring van de niet- ondervraagde getuigen voor het bewijs onder bepaalde omstandigheden een schending van het recht op een eerlijk proces op (art. 6 EVRM).

Stap 2:

Het EHRM geeft in Schatschaschwili (par. 107), drie criteria op basis waaraan beoordeeld moet worden of een beperking van het ondervragingsrecht een schending van het recht op een eerlijk proces oplevert: (i) is er een goede reden voor de afwezigheid van een getuige; (ii) is de veroordeling uitsluitend of in beslissende mate gebaseerd op de verklaring van de persoon die niet ondervraagd kon worden; (iii) zijn er genoeg ‘‘counter balancing factors’’ die het gebrek van niet horen repareren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stappenplan al khawaja toepassen

A

Stap 3: is er een geldige reden dat de getuige niet ter zijng verschijnt dan wel zwijgt?

Stap 4: is de veroordeling uitsluitend of in beslissende mate gebaseerd op de verklaring van de

Stap 5: is de verdacht in voldoende mate gecompenseerd voor het niet kunnen ondervragen van de getuigen (‘counterbalancing factors’ )?

Stap 6: Conclusie
De drie factoren moeten in samenhang worden beoordeeld (par. 118). Zo leidt de afwezigheid van een goede reden niet per definitie tot het oordeel dat het recht op een eerlijk proces is geschonden (par. 113). En zo geldt dat hoe belangrijker de verklaring van de niet-ondervraagde getuige is, hoe meer ‘counterbalancing factors’ aanwezig moeten zijn om de beperking van het ondervragingsrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly