Farmacologische Eigenschappen Flashcards
Wat is de functie van Sacubitril in Entresto
Het remt neprilysine via zijn werkzame metaboliet. Neprilysine cleaved natiuretische peptiden (NPs). Sacubitril verhoogt dus de concentratie van NPs. NP’s werken door het activeren van membraangebonden, aan guanylylcyclase gekoppelde receptoren, die leiden tot
verhoogde concentraties van de tweede boodschapper cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP), die kunnen leiden tot
vaatverwijding, natriurese en diurese, verhoogde glomerulaire filtratiesnelheid en renale doorbloeding, remming van de renine- en aldosteronafgifte, verlaging van de sympathische
activiteit en antihypertrofe en antifibrotische effecten.
Wat is de functie van Valsartan in Entresto
Remt angiotensine II type-1 receptor (AT1). Valsartan remt de schadelijke cardiovasculaire en renale effecten van angiotensine II door de AT1-receptor selectief te blokkeren en remt daarnaast de angiotensine II-afhankelijke
aldosteronafgifte. Dit voorkomt aanhoudende activering van het renine-angiotensine aldosteronsysteem dat zou leiden tot vasoconstrictie, natrium- en vochtretentie in de nieren, activatie van celgroei en -proliferatie en daaropvolgende maladaptieve cardiovasculaire remodelling.
Wat is het klinisch belang van NT-proBNP
NT-proBNP is verhoogd in HF patiënten waardoor het functioneert als biochemische biomarker
Waarom wordt BNP niet gebruikt i.p.v. NT-proBNP
BNP is een vasoactief peptide en heeft een korter T1/2 dan NT-proBNP. De laatste circuleert langer en kan in een vroeg stadium van HF al worden gedetecteerd. ARNi’s hebben effect op de BNP levels in een patiënt, maar niet op die van NT-proBNP. NT-proBNP is ook niet een neprilysinesubstraat en is daarom geschikter als biomarker
Wat is een ander effect van Neprilysine en weten we wat de klinische effecten zijn op patiënten?
Het heeft ook een functie bij de klaring van beta-amyloïd uit de hersenen en cerebrospinale vloeistof. Het is niet bekend wat de klinische ervaring is van deze bevinding.
Wat was het primaire eindpunt van de PARADIGM studie?
Het was een samengesteld eindpunt van overlijden door cardiovasculaire oorzaak of ziekenhuisopname vanwege HF.
Welke patiëntenpopulatie is uitgesloten tijdens PARADIGM
Patiënten met een SBD < 100mmHg, ernstig verminderde nierfunctie (eGFR <30ml/min/1,73m2) en ernstig verminderde leverfunctie.
Wat was het percentage therapietrouw voor beide groepen in de PARADIGM studie (entresto & elanapril)
76% en 75%
Wat was de effectiviteit van Entresto i.v.m. Elanapril in het verminderen van overlijden door cardiovasculaire oorzaak of ziekenhuisopname vanwege hartfalen in PARADIGM
21,8% vs. 26,5%
Absolute risicoreductie (4,7%)
Relatieve risicoreductie (20%)
Wat was het relatieve verschil in plotseling overlijden door cardiovasculaire oorzaak tussen Entresto en Enalapril in PARADIGM
20%
Wat was het relatieve verschil in plotseling overlijden door pompfalen tussen Entresto en Enalapril in PARADIGM
21%
Wat was de vermindering in algemeen overlijden tussen Entresto en Enalaprilm in PARADIGM
2,8% (17% vs. 19,8%)
De relatieve risicoreductie was 16%
Wat was het secundaire eindpunt in de PARADIGM studie?
Overlijden ongeacht de oorzaak
Wat was het doel van de TITRATION studie
Het was een veiligheids- en verdraagbaarheidsonderzoek naar patiënten met chronisch hartfalen en systolische dysfunctie, die naïef waren voor de behandeling met een ACE remmer of ARB of die verschillende doses ACE/ARB hebben gebruikt voorafgaand aan het onderzoek
In hoeveel procent van de gevallen werd in TITRATION de doeldosering van 200mg tweemaal daags zonder dosisonderbreking of -verlaging bereikt gedurende 12 weken
76%